Twee nieuwsitems volgden elkaar op in Het Journaal van zondagavond 3 juli 2016: de toename van vrijwillige terugkeer van asielzoekers, vooral naar Irak en Afghanistan, en het nieuws van de bloedige aanslag in Bagdad, waarbij meer dan twee honderd doden zijn gevallen.
Een terugkeerconsulent maakte deel uit van het eerste item. Hij verwelkomde een asielzoeker met "Good news, I received the date of your return to Baghdad", blijkbaar zonder cynisme, als illustratie van het “succes” van de “terugkeerloketten”. De persoon die gebruik maakt van de dienst zegt ook “geen toekomst” te hebben in Bagdad. “Niemand heeft daar een toekomst”, zegt hij, en toch kiest hij vrijwillig voor een terugkeer. Zijn beloning: hij zal hulp krijgen om een pizzeria op te starten, maar die steun is niets in vergelijking met wat hij moest betalen om hier te geraken.
Francken ziet in die tendens alleszins het bewijs dat zijn “aanpak werkt” en bereidt zich voor om meer terugkeercoaches aan te werven “om mensen te overtuigen om terug te keren als zijnde de beste optie”. De vraag is uiteraard of we daar trots op mogen zijn. Francken merkt ondertussen dat Fedasil “heel sterk bezig is met het aanbieden van bed-bad-brood aan iedereen”, zo sterk dat men vrijwillig kiest voor de terugkeer naar een oorlogszone.
De staatssecretaris laat de kans alleszins niet liggen om te verklaren van waar de toename van vrijwillig teruggekeerde Irakese asielzoekers komt: “Die komen hier toe en die verwachten een mooi appartement, een dure wagen en direct al een loon en hun familie te kunnen laten overkomen, maar de realiteit is totaal anders. In die zin zijn die heel ontgoocheld een heel veel Irakezen keren terug." Zo, op dezelfde manier dat het beeld van de “dansende moslims” ontstaat en wordt gesteund door twee op de drie Belgen, ontstaat ook het idee dat Irakezen, dat vluchtelingen, profiteurs zijn die misbruik willen maken van onze gastvrijheid. Dat is beschamend. Daar is geen ander woord voor.
Is het niet beschamend dat men, na een helse tocht in de meeste gevallen, nadat ze alles hebben achtergelaten en opgegeven om ergens veilig te geraken, ergens waar ze aan de dood kunnen ontsnappen, zodanig slecht worden behandeld en zodanig weinig toekomst zien dat ze liever kiezen voor terugkeer naar de plaats van waaruit ze zijn gevlucht, een plaats waar geweld de norm is? Hoe cynisch moeten we zijn om die keuze als een succes te bestempelen en om alles te doen om die tendens verder te zetten? Is dat wat we te bieden hebben? Net genoeg om te voldoen aan internationale verplichtingen, maar niet te veel, want anders zullen ze hier willen blijven? Is het niet beschamend dat onze staatssecretaris asielzoekers openlijk stigmatiseert?