De discussie was grotendeels gefocust op de betekenis van het woord ‘significant’. Zoals u nu ongetwijfeld weet, is significant een ander woord voor ‘betekenisvol’. Een significant deel van een gemeenschap is dus puur intuïtief een representatief deel ervan.
Vanaf nu is het officieel: in ons land mag je zelfs zeggen dat een significant deel van de moslimgemeenschap danste na terroristische aanslagen, zonder enig bewijs om dat te staven, en je totaal geen zorgen maken voor gevolgen.
Was er geen weerstand? Toch wel. Niet veel, maar die was er. Vooral mensen die zich gestigmatiseerd voelen door zo’n uitspraak en de politieke oppositie reageerden met een combinatie van verontwaardiging en ongeloof, maar daarnaast, op een paar uitzonderingen na, was het zo goed als stil. Hier en daar een tweet. Een paar opinieartikels. Heisa as usual.
De discussie was grotendeels gefocust op de betekenis van het woord ‘significant’. Zoals u nu ongetwijfeld weet, is significant een ander woord voor ‘betekenisvol’. Een significant deel van een gemeenschap is dus puur intuïtief een representatief deel ervan, daar ben je van bewust als je zegt dat een significant deel van de moslimgemeenschap danste na terroristische aanslagen. Zoals u ook weet, ontkende minister Jambon, auteur van die woorden dat hij ze had gebruikt. Het was wel lastig dat hij die volgens hem incorrect geciteerde zin zelf had getweet, maar dat hield hem alleszins niet tegen. Ook een van de journalisten die het interview afnamen, Bart Brinckman, communiceerde dat het interview voor publicatie werd gelezen en goedgekeurd. Jammer genoeg leidde de discussie over het woord ‘significant’ ons af van de discussie over het woord ‘straatfeest(en!)’ bijvoorbeeld, want dat woord gebruikte Jambon kort daarvoor, met klem en herhaling, om dat significant deel van een gemeenschap te beschrijven.
Jammer genoeg was de woordencombinatie niet opvallend genoeg tijdens het interview. Brinckman en collega Marjan Justaert zaten namelijk aan tafel toen Jambon zei dat "een significant deel van de moslimgemeenschap danste naar aanleiding van de aanslagen". Was het niet hun journalistieke verantwoordelijkheid om door te vragen als zo'n stigmatiserende en ongelooflijke uitspraak wordt geformuleerd? Zeker en vast, maar blijkbaar viel dat hen niet op. Helaas, want doorvragen had ons een hele heisa gespaard. Maar ofwel was het voor de krant interessant om die uitschuiver te laten passeren (een krant heeft nu eenmaal baat bij zo’n interview waar iedereen plots naar refereert), ofwel klonk het niet stigmatiserend en ongelooflijk genoeg.
Nu, je hoeft geen anderstalige te zijn om te weten dat Vlaanderen zéér gevoelig is als het over taal gaat. Het is dus opmerkelijk dat taalgevoelig Vlaanderen niks van zich laat horen in deze vervelende taalkwestie. Als “een significant deel van een gemeenschap” een terroristische aanslag viert, met straatfeesten en al, dan spreken we over genoeg mensen die tot een groep horen én graag op de beat van spijkerbommen dansen. Of toch genoeg om niet ‘insignificant’ te zijn. Maar dat ‘betekenisvolle’ deel van een gemeenschap staat plots synoniem voor “een heel kleine minderheid”, zoals fractieleider De Roover het verrassend genoeg verwoordde in De Afspraak. Het Nederlands hoeft uw moedertaal niet te zijn om daarbij te fronsen. En toch willen zowel De Roover als Jambon ons overtuigen dat zelfs één persoon (of zeg maar… twintig?) “een significant deel van een gemeenschap” kan vormen. Dat een groep mensen tegelijkertijd “een significant deel van een gemeenschap” en “een heel kleine minderheid” kan zijn. Waar is taalgevoelig Vlaanderen als de taal op zulke manier wordt “aangepast” naar specifieke noden?
Waar zijn de Hautekiets en de Ann De Craemers, die zo graag met de taal spelen, die de taal met zo veel liefde koesteren? Waar zijn de Herman Brusselmansen die met de taal hun brood verdienen? Waar zijn de mensen die dag in dag uit voor de taal vechten, de mensen die zich dag in dag uit kwaad maken over een d/t-fout? De taalfundamentalisten, want die bestaan ook, en die zijn niet te spreken als één onnodig Engels woord in één zinnetje wordt gesmokkeld? Lize Spit, de schrijfster van het moment, zat daar in de studio, for Christ’s sake (mijn excuses voor de taalfundamentalisten). Voor haar ogen sprak De Roover smalend over “een discussie over de betekenis van woordjes”. Is het niet belangrijk genoeg wat er gaande is? Of gaat het gewoon over de stigmatisering van moslims, dus ja, zo erg kan het ook niet zijn? Ze zullen het misschien moeilijker hebben met deze anderstalige verwoording van de situatie dan met de situatie zelf.
Het lijkt me alleszins logisch dat twee rasechte Vlaams-nationalisten zoals Jambon en De Roover een dergelijke liefde voelen voor het Nederlands. Kan het zijn dat, als je lang genoeg voor een taal strijdt, als je genoeg van een taal houdt, je zelfs de betekenis van woorden mag beginnen bepalen? Dat blijk alvast te zijn wat Jambon en De Roover denken. Met instemmende stilte van taalgevoelig Vlaanderen.