Op 8 april viert de Internationale Gemeenschap de Jaarlijkse Roma-dag. Overal ter wereld worden bloemen in rivieren geworpen ten teken van de verbondenheid van Roma over de grenzen heen en ter nagedachtenis van de slachtoffers van de Holocaust. 2012 zou een scharnierjaar moeten betekenen voor de Roma. Voor de eerste keer in de geschiedenis zullen, op aansporen van deEuropese Commissie, de EU-lidstaten elk hun nationaal actieplan met strategieën voor een betere integratie van de Roma tot uitvoer beginnen brengen. Het gaat tenslotte om Europa’s allergrootste maar tevens meest verpauperde etnische minderheid. Ook in België komt er dit jaar vanalles in beweging. Niet slecht, zolang we maar rekening houden met de Roma zelf. En dat is precies waar het schoentje knelt.
DeEuropese Commissie gaf vorig jaar de voorzet met het opstellen van een “Europees kader voor nationale strategieën voor de integratievan de Roma”. Ook België werd gevraagd om een actieplan uit te werken. Vlaanderen was het federale niveau al voor met haar eigen actieplan voor migranten uit Midden– en Oost-Europa. De plannen worden gekenmerkt door (meestal mainstream) maatregelen met betrekking tot de voornaamste levensdomeinen als onderwijs, tewerkstelling, gezondheid, huisvesting, ...
Ook op lokaal niveau groeien de initiatieven aan, al dan niet ondersteund met Europese middelen. Zo was er de verdienstelijke oproep vanuit de federale overheidsdienst Maatschappelijke Integratie naar de Belgische OCMW’s om in te tekenen in projecten omtrent de socio-professionele activering van Roma-steuntrekkers. Helaas werden hiervoor in gans België slechts 6 OCMW’s bereid gevonden.
De rode draad doorheen de verschillende actieplannen en projecten is de inschakeling van interculturele bemiddelaars, brugfiguren, ankerfiguren of buurtstewards. Allemaal functies die tot doel hebben de relatie, de communicatie en de samenwerking te versterken tussen reguliere, bestuurlijke, onderwijs- of gerechtelijke niet-Roma instanties enerzijds en Roma-families anderzijds. DeRaad van Europa deed er nog een schep bovenop door het ROMED-programma te organiseren waarbij in 2 jaar tijd meer dan 1000 professionele Roma-bemiddelaars worden opgeleid over gans Europa.
Maar wat stellen we vast als we dit programma in België trachten te implementeren? De gangbare profielen (met o.a. diplomavereisten) waarvoor deze bemiddelaars worden aangeworven, sluiten op voorhand het allergrootste deel van de Roma-kandidaten zelf uit. Nu is het juist inherent aan de Roma-thematiek dat deze mensen weliswaar niet moeten onderdoen in potentieel, maar des te meer in scholingsgraad. Het feit dat ze de kansen niet hebben gekregen om een voldoende onderwijsloopbaan te volgen, wil nu net één van de belangrijkste oorzaken zijn van de vicieuze cirkel van armoede, uitsluiting en gebrek aan kansen.
Nochtans bewijzengood practices elke dag dat doordacht geselecteerde en degelijk getrainde en gecoachte Roma als bemiddelaars een wereld van verschil kunnen maken in de samenwerking met publieke instanties. In Brussel slaagden de bemiddelaars van de Foyer er bijvoorbeeld in om op 5 jaar tijd in scholen met een groot aantal Roma-leerlingen de spijbelgraad drastisch naar beneden te halen, tot 50%. Ook zorgden ze ervoor dat de Roma-ouders systematisch aanwezig zijn op oudervergaderingen, rapportuitreikingen en andere activiteiten op school, daar waar voorheen Roma-ouders zich er nauwelijks lieten zien. Ook voor bestuurlijke, gerechtelijke en welzijnsinstanties bevorderen dergelijke brugfiguren de efficiëntie van de samenwerking met Roma-families en wordt er vlotter vooruitgang geboekt in vaak multi-problematische dossiers. Het bewijst dat met inzet van deze ervaringsdeskundigen die de Romanes-taal en cultuur machtig zijn, doelmatig kan worden gewerkt aan een betere integratie van Roma.
Toch zijn heel wat Roma-vertegenwoordigers niet te spreken over het systematisch negeren van de problematiek van deze onderkwalificatie van Roma, waardoor ze worden uitgesloten voor functies die willen tegemoet komen aan problematieken die net zij het beste kennen. Ook uitten Roma-vertegenwoordigers reeds hun frustraties over de beperkte betrokkenheid van Roma zelf bij de uitwerking van projecten op lokaal niveau. Vooroordelen en wederzijds wantrouwen staan er nog al te vaak dialoog en samenwerking in de weg. Nochtans vertelt het 10de Europese basisprincipe voor Roma inclusie ons dat de slaagkansen van integratiemaatregelen verhogen door een actieve betrokkenheid van Roma zelf in elke stap van het proces. Er is een schat aan kennis en mogelijkheden aanwezig. Laten we er dan ook consequent gebruik van maken.
Koen Geurts
Stafmedewerker Roma en Woonwagenbewoners
Regionaal IntegratiecentrumFoyer Brussel
GSM: 0479/52.69.95