How come the only black movies Hollywood wants to make are black mammies in fat suits or black women in pain? So basically you’ve got black people dying in the past and black people dying in the present
Dat we ons in een sfeer van groeiend racisme en toenemende intoleratie bevinden, bewijst onze Belgische minister Didier Reynders met zijn laatste wansmakelijke act. Als een Noiraud, een Brusselse 19de eeuwse traditie, vertoont hij nietsvermoedend zijn blackface aan de wereld. Het feit dat hij zich weinig empathisch opstelt wanneer een deel van de bevolking verontwaardigd reageert, zegt veel over hoe diep negatieve stereotypen en racisme genormaliseerd en geïnterneerd zijn in onze samenleving.
Met zijn eerste langspeelfilm Dear White People schetst de Afro-Amerikaanse regisseur Justin Simien enerzijds de zoektocht van vier Afro-Amerikaanse studenten naar de ‘eigen’ identiteit en anderzijds dient de film ook als een regelrechte aanklacht tegen racisme en stereotypen. In de Verenigde Staten zijn racisme en stereotypen erg actuele begrippen, en kijk maar naar de
laaiende discussies zoals die naar aanleiding van de zwarte man die door de stevige houtgreep van een blanke politieman bezweek (I can’t Breathe). Maar ook bij ons hebben verschillende incidenten het debat over wijdverspreid racisme op gang gebracht. Niet enkel op maatschappelijk en politiek, maar ook op cinematografisch niveau is het racisme-frame erg aanwezig en actueel. Justin Simien stelt via zijn personages het sterk stereotiep filmaanbod in vraag: “How come the only black movies Hollywood wants to make are black mammies in fat suits or black women in pain? So basically you’ve got black people dying in the past and black people dying in the present.” Dit maakt deze film net meer relevant en hedendaags.
Dear White People speelt zich af op de prestigieuze, overwegend blanke Winchester universiteit. De regisseur heeft gekozen voor een neutrale en afgelijnde context, om de typische clichés zoals politiegeweld en straatcultuur te ontwijken. Het hoofdpersonage Sam White, prachtig vertolkt door Tessa Thompson, is een briljante studente filmstudie die met haar radioprogramma Dear White People op zoek gaat naar de Missing Black Culture, een cultuur die volgens haar onterecht onderbelicht wordt. Sam kiest niet voor de militaristische strijd, maar stelt de eenzijdige paternalistische wereldvisie, die sterk bevestigd wordt door mainstream media, in vraag. Wanneer haar blanke vriend, waarmee ze zich liever niet publiekelijk vertoont omdat het haar geloofwaardigheid in twijfel zou kunnen trekken, haar vraagt wat het zou geven als blanke studenten met een soortgelijk Dear Black People-radioprogramma afkwamen, maakt ze hem duidelijk dat zo'n initiatief niet nodig is omdat massamedia als Fox News die taak al vervullen. Nadat ze Troy Fairbanks, de zoon van de verzoenende zwarte decaan, verslaat tijdens de verkiezing voor het hoofd van de Afro studentenhuis, neemt haar radicalisme toe. Een gelijkaardig verloop in de strijd tegen racisme kennen we van Malcolm X. Onder druk van zijn vader zoekt Troy wanhopig een plaats binnen de blanke elitaire studentenmilieus. Ook Coco, een donkere antagoniste, is ervan overtuigd dat een blank netwerk meer garanties biedt voor de toekomst. Niet alleen draagt ze blauwe lenzen om haar “girl from the hood”-achtergrond te camoufleren, maar ook haar echte naam Colandrea geeft ze nooit prijs. Dit personage doet sterk denken aan de kameleon-Mo’s uit mijn studentenperiode. Als je een Mo aanspreekt met zijn naam: Mohhhhhameth, zie je hen in de grond kruipen van schaamte. Een
Mo ontkent namelijk elk aspect waarop zijn zijn gebaseerd is en is als een schizofreen dagelijks bezig met beeldvorming.
Naast raciale kwesties kaart Justin Simien ook de gender-kwestie aan via zijn vierde protagonist Lionel, een magere homoseksuele student die zijn geaardheid bagatelliseert in de hoop op sociale goedkeuring. Hij vindt zijn weg niet, is constant op zoek naar de sociale rol die hij moet vervullen, die van hem verwacht wordt. Echter, Lionels onbevangen personage kent een ommekeer wanneer blanke studenten een feest organiseren met als dresscode Blackface. De aanklacht van het Black Student Union en Sams postmoderne lens wordt helemaal duidelijk. Een honderdtal geprivilegieerde blanke studenten verzamelen zich in donker geverfde gezichten (à la zwarte piet en Noirauds), voorzien van overdreven sieraden, met maskers van de Obama’s, verkleed als prostituees en drugdealers. De zachtaardige Lionel neemt de leiding en trommelt de Afro-Amerikaanse studenten op om een duidelijk standpunt in te nemen tegen de vernederingen. De hel breekt los wanneer
verontwaardigde Afro-Amerikaanse studenten, gesteund door Aziatische en Latijns-Amerikaanse collega’s, het feest proberen te stoppen.
Het Obamatijdperk heeft er niet voor gezorgd dat post-raciale strijd onnodig is. De strijd voor gelijkwaardigheid en gelijke rechten gaat ten koste van zichzelf. Sam raakt steeds gedesillusioneerd, houdt zich bezig met haar zieke vader en strijdt haar strijd verder, met haar blanke vriend aan haar zijde. Deze methodeswitch en meer verzoenende opstelling naar medestanders onder de blanken zien we ook bij Malcolm X.
Justin Simien heeft een scherpzinnige komedie opgezet waar hij subtiel tracht te reageren op racistische gedrag en het dominante White Privilege in vraag stelt. Vanuit het standpunt van de ‘ander’ maken de vaak sterke, maar soms ook chaotische, dialogen de kijker duidelijk hoe genormaliseerd racisme is. Een politieke satire die de maatschappij onder de loep neemt en duidelijk maakt dat rassendiscriminatie een realiteit is. Het filmisch kader en fijn uitgekozen kostuums geven een interessante touch aan de film. Kunst en politiek zijn hier expliciet onlosmakelijk met elkaar verbonden, en daardoor juist krachtiger.
Racisme is alomtegenwoordig, herhaalde stereotiepe representaties brengen verregaande ideologische effecten teweeg. Daarom zijn films als Dear White People hoogdringend.
Lees meer recensies in Kif Kif Filmblog