Er moet meer geïnvesteerd worden in community building.
Nogmaals kregen we te horen dat agenten werden aangevallen. Dit verontrustende verhaal kregen we zowel over Antwerpen als Brussel te horen. Velen begrijpen niet hoe burgers negatief in aanraking komen met agenten die hun leven geven om ons te dienen en te beschermen. Natuurlijk is elke situatie verschillend, maar het is duidelijk dat geweld tegen de politie vooral in kansarme buurten zichtbaar wordt en niet omdat er veel Marokkaanse of Turkse gezinnen wonen, zoals sommigen ons willen doen geloven.
Mensen ervaren de aanwezigheid van politie helaas anders afhankelijk van hun eigen achtergrond en de concentratie van die ‘ervaring’ varieert ook van buurt tot buurt. Bijvoorbeeld: sommige jongeren zijn slachtoffer van dagelijkse pascontroles en zelfs politiegeweld. Sinds de wissel van de legislatuur in Antwerpen is het aantal betrokken agenten in de wijk gedaald. Nu heb je (bijna) enkel interventieteams die geen feeling hebben met zowel de buurten als de jongeren in die buurten. Zij treden op na een signalement en doen regelmatig patrouilles. Met die patrouilles gaan vaak onnodige pascontroles gepaard. Je hebt jongeren die twee of drie keer door dezelfde agenten worden gecontroleerd.
Er circuleren sinds de oprichting van de snelleresponsteams (SRT’s) angstaanjagende verhalen over politiegeweld. In de straten is het duidelijk: “Als het SRT er is vallen er klappen”. Dit is vaak ook de reden dat jongeren gaan lopen als ze een combi of een anonieme politiewagen zien. Ik ga niet liegen, ik deed dat ook. Als jonge knaap had ik geen zin in slaag of om twaalf uur in een cel te zitten omdat een agent een slechte dag had. Ook een klachtenprocedure is hopeloos. Je gaat bij de politie klacht indienen tegen de politie. Je krijgt vaak geen antwoord of geen duidelijkheid over je zaak. Er is een ontegensprekelijk verband tussen het vertrouwen van burgers en de uitstraling en institutioneel gedrag van het korps zelf.
Etnisch profileren is al decennia bezig, maar veel jongeren waaronder ikzelf merken dat het sinds de verhoogde terreurdreiging vaker gebeurt. In België vindt men etnisch profileren doodnormaal. Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon verklaarde een tijdje terug dat het “logisch is dat mensen met een bepaald profiel eerst gecontroleerd worden” (lees: mensen met een donkere huidskleur). Al deze problematieken zorgen voor spanningen tussen jongeren en agenten. Vaak leiden ze tot een vertrouwensbreuk tussen beiden kanten. Jongeren die agenten niet zien als hun beschermer en agenten die jongeren in een bepaalde buurt zien als een last. Dan krijg je verhalen waar agenten met een agressieve houding worden ontvangen.
De berichtgeving over geweld tegen de politie heeft de laatste weken veel commotie veroorzaakt. Eerst had je de bewering dat 70 à 90 omstaanders agenten hadden belaagd met projectielen en de agenten hebben aangevallen, waarna beelden van alerte burgers die bewering hebben ontkracht. Dat er wel degelijk agenten zijn geslagen is door het parket bevestigd – er zijn twee verdachten opgepakt. Maar het feit dat de politie in hun eerste statement het aantal belagers schromelijk overdreven heeft, is op zich problematisch. We horen opnieuw dat jongeren in Borgerhout eieren hebben gegooid naar politieagenten. Wat de vraag doet rijzen: Waarom zouden jongeren in Borgerhout rondlopen met eieren in hun zakken? Er is trouwens nooit bewijs geweest dat politie werd bekogeld met eieren. Ook getuigen spraken dit tegen. Zulke complexe en individuele zaken mogen niet gebruikt worden voor politieke doeleinden en polariserende uitspraken.
Er moet meer geïnvesteerd worden in community building. Het vertrouwen tussen jongeren en agenten moet terug opgebouwd worden. Door sterke samenwerkingen met jeugdwerkingen en wijkdiensten. Agenten moeten de buurtvriend worden. Dit is een project dat veel tijd en geduld vraagt, maar het zal het vertrouwen versterken en zo het werk van de politie makkelijker en aangenamer maken. Dit gaat natuurlijk gepaard met een sterk antiracisme en anti ethnic profiling beleid. In sommige delen in Groot-Britannië bijvoorbeeld, moet de politie bij elke controle van een persoon stopforms invullen. Zo kan men nagaan of er wel degelijk meer mensen met een etnisch diverse afkomst worden tegengehouden of niet. Het zorgt ook voor betere transparantie bij klachtenprocedures.
Ook bodycams zijn een mogelijkheid. Bart De Wever heeft hetzelfde aangeraden. Bodycams zijn kleine camera’s die agenten moeten dragen op hun uniform tijdens hun diensturen. Zo kan de politie of burger gerust zijn dat als er iets misloopt het bewezen kan worden. Een cruciaal element dat we ook hebben ondervonden na de gebeurtenissen op de Turnhoutsebaan. Dit zijn een aantal voorbeelden van hoe het anders kan.
Maar eerst moet de politiek erkennen dat het meermaals bewezen racisme aanwezig in sommige korpsen een belangrijke rol speelt in de huidige spanningen. Ook agenten die zich schuldig maken aan racisme worden maar al te vaak beschermd door collega’s en hun overste. Die beschermingsreflex helpt de strijd tegen racisme niet. Integendeel, het vergroot het probleem juist. Het geeft de agenten het gevoel dat ze boven de wet staan. Agenten die zich schuldig maken aan racisme moeten de zwaarste sancties krijgen en zelfs ontslagen worden. Maar het begint allemaal bij de politie-opleidingen. We moeten bestaande en toekomstige agenten bewust maken van de problemen in onze samenleving. Zij zijn er om burgers te dienen en vooral om ze te beschermen. Daarom verdienen alle burgers een top korps.
Maar men mag ook deze spanningen niet los zien van de algemene maatschappelijke wrijving. De spanningen met politie zijn ook voor een groot deel het gevolg van de verharding van het heersende politieke discours. En ook die verantwoordelijkheid moet opgenomen worden.