Vaak worden in boeken, magazines en webinars moeilijke begrippen ook heel moeilijk uitgelegd. Dat bleek onlangs nog, toen ik een online schrijftafel van Kif Kif over klimaatracisme en ecofeminisme volgde. Ecofeministen bijvoorbeeld, geloven dat de onderdrukking van vrouwen en de schade aan het milieu met elkaar verbonden zijn. Ze kijken naar de overlap tussen seksisme, het onderdrukken van de natuur, racisme, speciësisme en andere vormen van sociale onderdrukking, om de gemeenschappelijke oorzaken van deze problemen in de samenleving te begrijpen.
Zelf probeer ik al van kleins af aan op een toegankelijke manier te schrijven of andere mensen te helpen. Op school legde ik medestudenten complexe economische begrippen uit aan de hand van heldere voorbeelden. Dat deed ik ook toen ik als jurist afgestudeerd was en bij de Nationale Bank van Maleisië aan de slag ging. Daar stond ik de verschillende diensten bij in de interpretatie van financiële wetgeving en het uitwerken van beleidsvoorstellen.
Eenvoudig gezegd is neoliberalisme een economisch model dat de vrije markt centraal stelt, in de overtuiging dat minimale overheidsbemoeienis en maximale privatisering leiden tot welvaart voor iedereen. Maar in de praktijk zien we dat het vaak ongelijkheid in de hand werkt.
Alternatieven voor neoliberale economie
Ik wil graag op een toegankelijke manier aantonen dat er heel mooie alternatieven bestaan voor de neoliberale economie, die erg schadelijk is voor ons klimaat en duurzaamheid in de weg staat. Neoliberalisme is ook een term die misschien niet iedereen begrijpt.
Eenvoudig gezegd is neoliberalisme een economisch model dat de vrije markt centraal stelt, in de overtuiging dat minimale overheidsbemoeienis en maximale privatisering leiden tot welvaart voor iedereen. Maar in de praktijk zien we dat het vaak ongelijkheid in de hand werkt.
In dit systeem komt winst op de eerste plaats en worden mensen ingezet als middel om die winst te realiseren. Bovendien houdt het systeem ook geen rekening met gevolgen op lange termijn, zoals gezondheids-, klimaat- en milieuschade. Andere perverse effecten van neoliberalisme zijn: het leidt tot individualisering en verlies aan gemeenschapszin, zorgt voor oneerlijke concurrentie en werkt verspilling in de hand.
Toen ik dertien jaar geleden mijn grote liefde naar België volgde, was mijn thuisland Maleisië zich volop aan het ontwikkelen. Het leek alsof de economische groei niet te stoppen was. Het neoliberalisme begon er welig te tieren, terwijl ik in Oostende in een heel andere wereld belandde. Om een voorbeeld te geven: hier sluiten de winkels al om 18 uur. Dat was voor mij een grote aanpassing, want in Maleisië is dat ondenkbaar, want daar zijn de winkels elke dag open tot 22 uur.
In mijn vorig artikel schreef ik hoe ik als mens ben veranderd sinds ik in België woon. Ergens denk ik dat ik een beter mens ben geworden, en ik licht graag toe waardoor dat komt.
Het geefhuis in Oostende
In mijn thuisland is het niet evident om tweedehands te kopen. Van een deeleconomie is nauwelijks sprake. Het is pas in België dat ik tweedehands ben beginnen kopen, bij duurzame winkels zoals Oxfam, Think Twice en de kringloopwinkel. Dat staat in schril contrast met Maleisië, waar nagenoeg iedereen nieuwe spullen koopt in winkels die open blijven tot tien uur ’s avonds. De solden zijn er niet beperkt tot de maanden januari of juli, maar lopen het hele jaar door. Wanneer mensen hun loon krijgen, geven ze dat onmiddellijk uit. Zo draait de Maleisische economie op volle toeren.
Helemaal anders dus dan het prachtige initiatief dat de opbouwwerkers van SAAMO hebben opgestart in de wijk waar ik woon. We noemen het een ‘geefhuis’. Het is een plek waar je nog bruikbare spullen kan binnenbrengen in ruil voor iets anders, of waar je gewoon leuke dingen kan doneren en er zo iemand anders blij mee maakt. Wat een sociaal, ecologisch en warm initiatief, waarmee ik ook mijn zoontje leer ruilen of zijn speelgoed laat delen met andere kinderen in de wijk. Pas wanneer iets echt helemaal stuk is, wordt het weggegooid.
De geefwinkel is een schot in de roos: mensen van alle sociale klassen uit alle wijken in Oostende komen ernaartoe. Het is met andere woorden een initiatief niet alleen voor ‘arme’ mensen maar gewoonweg voor iedereen. En daardoor niet stigmatiserend. Dingen recycleren of hergebruiken wordt maatschappelijk zo een mooie ecologische gewoonte die wordt doorgegeven aan volgende generaties. Het remt ook de klimaatopwarming af, want door spullen te hergebruiken, worden er veel minder nieuwe spullen gemaakt.
Bovendien verbindt het geefhuisje mensen, want de winkel is tegelijkertijd een ontmoetingsplaats. Dit initiatief leidt tot meer gemeenschapszin en vermindert verspilling.
Oneerlijke concurrentie
En dan moet ik denken aan webwinkels zoals Shein, AliExpress en Temu. Stuk voor stuk winkels die fors adverteren met als enig doel zoveel mogelijk te verkopen en dat aan een zo laag mogelijke prijs. Zelf ben ik ook al in die val gelopen, tot ik meer over duurzaamheid en degrowth had gelezen, waarna ik de apps van dat soort winkels van mijn smartphone heb verwijderd. Nadien stelde ik vast dat ik veel minder verleid werd en geneigd was om iets aan te kopen wat ik niet echt nodig heb.
Onlangs is een goede vriendin haar job als storemanager bij Terre Bleue verloren, samen met 149 andere gedreven medewerkers, omdat die winkel recent failliet ging. Nochtans gaat het hier over duurzame Belgische mode. Maar duurzaamheid gaat gepaard met een prijskaartje en de oneerlijke concurrentie met sites zoals Shein, AliExpress en Temu zorgt ervoor dat duurzaamheid niet langer haalbaar is voor ondernemers die daarin willen investeren.
Dat is erg jammer, niet enkel omdat veel mensen zo hun baan verliezen, maar ook omdat veel mensen niet beseffen hoeveel schadelijke stoffen die goedkope artikels vaak bevatten, net omdat ze zo goedkoop mogelijk worden geproduceerd. En dan hebben we het nog niet over kinderarbeid en andere vormen van sociale uitbuiting waardoor al die goedkope spullen kunnen worden gemaakt.
Een haard vol veranderingen
Dat het ook anders kan, toont Bram Boris Van Acker aan. Bram is een jonge sociaal psycholoog die ik via mijn werk leerde kennen als buddy van nieuwkomers in Brugge, en onder andere samen met hen het Nederlands oefent.
Ik ontdekte zijn functioneel kunstwerk, een ‘open haard’ constructie om mensen samen te brengen en aan de hand van concrete vragen te laten nadenken over hun gedrag. Dat kan over verschillende thema’s gaan, zoals bijvoorbeeld ook over hun consumptiegedrag. De deelnemers schrijven hun slechte gewoonten op papier, verfrommelen dat en gooien het in de ‘open haard’. Waarmee ze aangeven: ik stop met mijn foute gedrag.
De methodiek die Bram hanteert is heel toegankelijk. Bram is als mens zelf ook heel toegankelijk, niettegenstaande hij een doctoraat op zak heeft en dus heel goed weet hoe producten en diensten voor wat hij noemt een psychologisch duurzame samenleving ontwikkeld moeten worden. Voor mij is Bram een voorbeeld voor vele onderzoekers op vlak van duurzaamheid en klimaatverandering, net omdat hij de taal spreekt van de gewone man of vrouw in de straat,.
Voedselverspilling, Zero Waste en Too Good To Go
Voedselverspilling is nog zo’n probleem. Hoeveel mensen gooien immers overschot aan voedsel gewoon in de vuilbak? Jaarlijks gaat er in Vlaanderen bijna 900.000 ton eetbaar voedsel verloren, dat is 34 kg voedselverlies per jaar per Vlaming. Daarvan wordt 73% omgezet en hergebruikt (tot voeder, materialen of energie), maar 27% komt wel terecht bij het restaval en wordt verbrand.
Daarom juich ik initiatieven als Too Good To Go heel erg toe. Dat is een app die je kan downloaden waarmee je ziet welke winkel in jouw buurt overschotten heeft, die je er aan een lagere prijs kan kopen. Zo red je voedseloverschotten en voorkom je dat ze in de vuilbak gekieperd worden.
Daarnaast zie je ook steeds meer winkels met het etiket Zero Waste op hun etalage. Ook daar wordt hetzelfde principe gehanteerd en kan je er producten kopen aan een lagere prijs. Er bestaan ook andere apps zoals Plan-eet, OLIO, Phenix, Empty My Fridge.
De rol van overheid: besparen?
De overheid heeft een belangrijke taak om te sensibiliseren over economie, duurzaamheid en klimaat, en de samenhang daartussen. Het zijn bovendien complexe thema’s voor de burger, dus moet sensibiliseren gebeuren met uiterst toegankelijke campagnes, waarvoor sterke influencers worden ingeschakeld. Zoals Pommelien Thys die onlangs verkeersveiligheid promootte (“Laat je toekomst niet stelen door je gsm, want het beste moet nog komen”).
Of de overheid kan middenveldorganisaties subsidiëren om workshops te organiseren waar deze complexe thema’s laagdrempelig en toegankelijk worden besproken. Dit kan je vergelijken met laagdrempelige initiatieven zoals de onderwijs- en gezondheidsambassadeur projecten van FMDO in de verschillende steden in Vlaanderen om nieuwkomers in hun eigen moedertaal te trainen over aspecten van gezondheid en onderwijs.
Repair cafés, waar kapotte spullen hersteld worden, zijn ook mooie voorbeelden. De overheid zou dit veel meer kunnen stimuleren en ondersteunen. Want dergelijke initiatieven dragen niet alleen bij tot duurzaamheid, maar ook tot een sterker gemeenschapsgevoel, meer sociale cohesie en minder eenzaamheid.
Als we de rol van de overheid in de klimaattransitie nog breder opentrekken, dan denk ik bijvoorbeeld meteen aan het openbaar vervoer. In plaats van het openbaar vervoer af te bouwen, zou de overheid beter investeren in voldoende en stipt openbaar vervoer. Besparen op het openbaar vervoer heeft tot gevolg dat steeds meer mensen overschakelen op de auto, wat schadelijker is voor het milieu. Misschien kan de overheid ook bedrijven stimuleren om meer aan autodelen te doen, zodat niet elke werknemer met zijn eigen auto naar het werk moet komen.
Is het immers niet de verantwoordelijkheid van ons allemaal om onze kinderen en kleinkinderen een nog leefbare planeet na te laten?
Dit zijn slechts enkele concrete ideeën waarbij we allemaal kunnen winnen én die bijdragen tot duurzaamheid en een beter klimaat. Is het immers niet de verantwoordelijkheid van ons allemaal om onze kinderen en kleinkinderen een nog leefbare planeet na te laten?
Ik roep mensen op om samen tot actie te komen en kleine gedragswijzigingen te delen om tot een gedeelde verantwoordelijkheid te komen.
Opbouwwerker Stefan Gomaere zei het zo in de nieuwsbrief van SAAMO West-Vlaanderen: “Als we een nieuwe of bredere kloof tussen ‘zij die meekunnen’ en ‘zij die achterblijven’ willen vermijden, dan moeten we deze transitie ook gebruiken als een hefboom tot herverdeling. En dat moeten we samen doen: overheden, middenveld, bedrijven, burgerinitiatieven, sociaal werk, cultuur en andere.”
Alleen door samenwerking kunnen we een eerlijke en duurzame toekomst realiseren waarin niemand achterblijft.
Alle foto's door Li Li Chong.
Over de auteur:
Li Li is geboren in Selangor, Maleisië en verhuisde in september 2011 naar België, de liefde achterna. Li Li ziet zichzelf als een wereldburger. Haar passie is het verbinden van mensen en organisaties. Ze gelooft in een wij-wij samenleving waar we alleen samen kunnen groeien en winnen. Een inclusieve maatschappij dus, met meer gelijkheid. Ze deelt ook graag tips/trucs/uitstappen op haar account 'Lili verbindt' op Facebook en Instagram.