In 2012 haalde de PvdA - de Nederlandse zusterpartij van de sp.a - 24,8% van de stemmen. De conservatieve liberalen van de VVD haalden toen 26,5% van de stemmen en mochten de premier leveren. Ze gingen met elkaar het bed in. Vijf jaar later vragen een aantal auteurs in het boek Haalt de PvdA 2025? zich echter af of de sociaaldemocratie het in Nederland het in de toekomst nog gaat halen. Het boek verscheen vlak voor de parlementsverkiezingen van maart 2017. De vele opiniepeilingen gaven allemaal dezelfde trend weer: de PvdA zou massaal afgestraft worden voor haar besparingsbeleid. Op de D-Day dook de partij ook effectief het ravijn in met nog maar 5,7% van de stemmen. Een achteruitgang van 19,1%.
Het boek Haalt de PvdA 2025? bevat interessante lessen voor de sociaaldemocraten in Vlaanderen. Het boek bestaat uit verschillende interessante bijdrages. Ik bespreek hier de twee bijdrages die wat mij betreft de sterkste analyses bieden om de achteruitgang van de sociaaldemocratie in West-Europa te verklaren.
De politieke verslaggever Martin Sommer heeft het in zijn bijdrage ‘Links zijn is niet goed genoeg’ onder andere over hoe de witte arbeidersklasse in de Verenigde Staten de shift maakte van de Democraten naar de Republikeinen. De Democraten waren in de jaren 1950 en 1960 de partij van de armen en van het staatsinitiatief. Egalitarisme was het ordewoord en de representatie van de lagere sociale klassen de praktijk. Dit klopt tot op een bepaalde hoogte, maar de auteur vergeet er wel bij te zeggen dat ook onder de Democraten er imperialistische oorlogen werden gevoerd. Het egalitarisme stopte letterlijk bij de grens. De volkeren van het Globale Zuiden moesten zich maar aanpassen aan de Amerikaanse dominantie.
In de jaren 1960 barstten de strijd voor meer vrouwenrechten, burgerrechten en het homohuwelijk los. Voor Martin Sommer zorgden deze strijden voor het vervreemden van grote delen van de witte arbeidersklasse. De witte arbeidersklasse heeft over minderheden conservatieve denkbeelden. Hij legt de link met de Amerikaanse president Ronald Reagan die er voor zorgde dat een groot deel van de linkse witte arbeiders de switch maakte naar het rechts-conservatisme. Deze discussie steekt met de verkiezing van Donald Trump weer de kop op. Moeten de progressieven de strijd eerst tegen het grote kapitaal voeren en dan samen strijden voor andere rechten? Voor mij is dit een valse discussie. Je kan zowel tegen het racisme als tegen de 1% strijden.
In 1980 kreeg Ronald Reagan 61% van de witte arbeiders achter zich. Hij had ze verleid met een programma over autoriteit, gezag en veiligheid. Ideologisch kwamen de Democraten deze nederlaag nooit te boven. Het sociaaldemocratisch (imperialistisch) discours werd vervangen door een progressief neoliberaal (imperialistisch) kader. Ook in Nederland werd onder Wim Kok - leider van de PvdA in de jaren 1990 - de liberale toer op gegaan. De auteur Martin Sommer heeft het over besturen zonder ideologie. Maar besturen gebeurt nooit zonder ideologie. De sociaaldemocraten ruilden egalitarisme in voor meritocratie: geen gelijke uitkomsten meer maar gelijke startkansen. Dit zorgde in de beste situaties voor een status quo maar in de meeste gevallen dat de rijken rijker werden en de armen armer. Het enige domein waar de sociaaldemocratie zich engageerden voor sociale mobiliteit was het onderwijs. Het onderwijs zo toegankelijk mogelijk maken moest de grote sociaaldemocratische principes van emancipatie, gelijkheid en sociale verheffing vervangen.
Asiel, migratie, normen en waarden en ook de islam maken integraal deel uit van het politiek debat. Wil je als linkse partij relevant blijven dan moet je dus niet alleen de sociaaleconomische breuklijn terug nieuw leven inblazen maar ook progressieve antwoorden bieden op die issues.
In de bijdrage van Merijn Oudenampsen ‘Het midden houdt geen stand’ komen we veel te weten over breuklijnen en politiek conflicten. Waarom zijn de sociaaldemocratische partijen in Europa in crisis? Deze Amsterdamse politicoloog en socioloog gaat te rade bij zijn collega’s als Bart Tromp, Chantal Mouffe en Elmer Schattschneider. Hij combineert de inzichten van verschillende politicologen en sociologen tot een holistische analyse. Volgens de politicoloog Schattschneider is politiek een veld van breuklijnen. Tot aan de jaren 1990 had je de sociaaleconomische breuklijn waarbij de sociaaldemocratische politieke krachten vooral tegenover conservatieve en liberale krachten stonden. Na de val van de Berlijnse Muur en de Sovjet-Unie werden door sociaaldemocratische politici als Bill Clinton, Tony Blair, Wim Kok en Frank Vandenbroucke gekozen om de Derde Weg op te gaan. Economische problemen werden niet meer vanuit een links paradigma bekeken maar vooral vanuit een technocratisch kader. De sociaaleconomische breuklijn verdween grotendeels voor de sociaaldemocraten. Er ontstond een consensus bij de liberalen, conservatieven en sociaaldemocraten. Ook de ethische breuklijnen, waarbij vaak de sociaaldemocraten en liberalen tegenover de christendemocraten en conservatieven stonden, verdween met de jaren van het politiek toneel.
Merijn Oudenampsen gebruikt de inzichten van de Ierse politicoloog Peter Mair om het belang van de culturele breuklijn te verklaren. Elke politieke partij wil haar breuklijn tot het centraal conflict maken in de politiek. De groenen zijn daar gedeeltelijk in geslaagd. Zij hebben het milieu en de klimaatopwarming op de politieke agenda gezet. Maar het is vooral de culturele breuklijn die na de val van de Berlijnse Muur het politiek debat heeft weten te beheersen. Extreem- en radicaalrechtse partijen positioneren zich negatief op deze breuklijn. De multiculturele samenleving is voor hen een gefaald project.
Ook heeft de verzoeningspolitiek van de Derde Weg ervoor gezorgd dat de sociaaleconomische breuklijn tussen rechts en links uit het politiek leven is verdwenen. Andere maatschappelijke kwesties zoals integratie en identiteit zijn uitgegroeid tot een nieuwe breuklijn. Doordat sociaaldemocratische partijen in Europa zich neerlegden bij het (neo)liberale kader werden ze in het defensief geduwd. De culturele breuklijn is een domein waar termen als ‘normen en waarden’ worden gebezigd. Conservatieve christelijke waarden krijgen ideologisch terug een plaats binnen bepaalde christendemocratische partijen zoals het CDA.
Sinds 2008 echter bevindt Europa zich in een economische crisis. Radicaallinkse partijen proberen de sociaaleconomische breuklijn nieuw leven in te blazen maar de sociaaldemocratische partijen zitten gevangen op de culturele breuklijn en weten niet of ze een progressieve of conservatieve lijn moeten bewandelen. De radicaallinkse SP van Nederland – die eigenlijk een sociaaldemocratische partij is – positioneert zich op sociaaleconomisch vlak links maar op de culturele breuklijn rechts. Dat is niet helemaal nieuw. De Amerikaanse socioloog Seymour Martin Lipset onderzocht al in de jaren 1950 hoe een deel van de witte arbeidersklasse vatbaar is voor autoritaire (en vooral mannelijke) denkbeelden. Maar dat was in de periode dat sociaaldemocratische partijen hun hegemonie hadden opgebouwd die ze later uit handen gaven. Vandaag zorgde een verrechtsing op de culturele breuklijn er echter niet voor dat voormalige linkse kiezers terugkeerden van extreemrechtse partijen.
Door je als sociaaldemocratische partij rechts te positioneren op de sociaaleconomische en/of de culturele breuklijn legitimeer je het discours van de rechtse partijen. Asiel, migratie, normen en waarden en ook de islam maken integraal deel uit van het politiek debat. Wil je als linkse partij relevant blijven dan moet je dus niet alleen de sociaaleconomische breuklijn terug nieuw leven inblazen maar ook progressieve antwoorden bieden op die issues.
Kortom, Haalt de PvdA 2025? is een lezenswaardig boek dat inzichten bijbrengt over de toekomst van de (Nederlandse) sociaaldemocratie. Dit boek laat ons zien wat er gebeurt als je te lang tussen centrum en rechts hebt gezeten. Nu is het vooral hopen dat de Vlaamse sp.a hier lessen uit zal trekken.
Haalt de PvdA 2025? Bram Peper (red.) - Uitgeverij Thoth, Bussum, 2017
Dit artikel verscheen in het juni nummer van Sampol.