Halal Monk sprak met U-Cef – The Moroccon Digitalizer

U-Cef, of Moulay Youssef Adel, is zeker geen nieuwtje in de wereldmuziekscène. Sinds meer dan tien jaar brengt hij Marokkaanse fusion en digitaliseert hij Gnawa, waarbij drum-’n-bass, dub en hiphop naadloos overvloeien in sintirs en darbukas.
Halal Monk sprak met U-Cef – The Moroccon Digitalizer
 

U-Cef is zeker geen nieuwtje in de wereldmuziekscène. Sinds meer dan tien jaar brengt hij Marokkaanse fusion en digitaliseert hij Gnawa, waarbij drum-’n-bass, dub en hiphop naadloos overvloeien in sintirs en darbukas.

Moulay Youssef Adel, zoals U-Cef voluit heet, is geboren in de Marokkaanse hoofdstad Rabat en verhuisde op latere leeftijd naar New York, waar hij in verschillende bezettingen optrad als percussionist en drummer. Vandaag woont hij sinds meer dan vijftien jaar in London, een ideale plek om maximaal te puren uit zijn creatieve kunnen, zo lijkt het. Na zijn baanbrekend debuut ‘Halalium’ volgde ‘Halalwood’ met daarop uiteenlopende samenwerkingen met sterren als Natacha Atlas, Amina Annabi en Rachid Taha.

Halal Monk: Je kan al behoorlijk wat innoverend materiaal voorleggen, maar wereldmuziek is natuurlijk niet iets voor het brede publiek. Wordt het voor jou ondertussen evidenter als muzikant, of blijft het, zoals voor vele anderen, moeilijk om je muziek naar buiten te krijgen?

U-Cef: Het blijft moeilijk. De muziekscène is uiteindelijk terug te voeren tot een kleine groep. Eens werd die gerund door mensen die genoeg hadden van de voor de hand liggende, vooraf vastgelegde standaarden. Maar ze werden groot en vormden uiteindelijk een eigen ‘clubje’. De passie voor muziek werd vaak voor een groot stuk ingeruild voor het grote geld. Ik had een dj-act met visuals en een buikdanseres, maar toen wilden ze dat ik een 6-koppige band opzette, dus deed ik dat – die heet U-Cef & The Arab League – maar om de een of andere reden blijkt dat nog altijd niet genoeg.

Natuurlijk zijn er velen zoals ik. Kleine namen krijgen nu eenmaal minder aandacht. Mijn platenlabel, het Belgische ‘Crammed Discs’ doet wat het kan, maar het is voor niemand makkelijk. Het blijkt moeilijk om artiesten te promoten die de normen naast zich neerleggen.

Dus uiteindelijk doe je wat je kunt zolang je maar kan doorgaan. Elke job die je vindt, al is het als sound engineer of iets anders, die neem je aan. Ik vroeg wat rond, legde contacten met mensen en deed daar veel moeite voor. Niemand kan mij verwijten dat ik het niet probeer. Maar dat betekent nog niet dat dit mij verder brengt.

Halal Monk: Hoe gaat dat dan met de grote namen in de wereldmuziekscène? Zo hoorde ik wel vaker mensen uit het wereldje vertellen dat bijvoorbeeld Natasha Atlas zwaar gepromoot werd door een bepaalde groep van 'insiders'. Maar ze bekritiseren haar in één adem ook omdat ze deels Belgisch, deels joods en dus maar voor een deel Arabisch is.

U-Cef: Waarom zou dat ertoe doen? We moeten verder kijken dan die kritiek en haar muziek naar waarde schatten. Natacha Atlas heeft meer gedaan voor de Arabische muziek dan eender welke andere Arabische bekendheid. Als Arabische sterren naar Londen komen, spelen ze vaak in de Royal Albert Hall, waar ze dure tickets verkopen voor exclusieve concerten die enkel heel rijke Arabieren kunnen bijwonen. De pers en de gewone mensen besteden dan ook weinig aandacht aan zulke concerten.
Onze muziek zou onze cultuur en de bijhorende trots en integriteit moeten uitdragen in de Westerse wereld. Daarover gaat het in elk geval in mijn muziek.

Halal Monk: Maar vangen mensen dat ook op? Ziet men wat voor een brug je slaat met je muziek?

U-Cef: Na 9/11 hoopte ik eigenlijk dat meer mensen artiesten zoals ik zouden opmerken en voorstellen als een model voor onze cultuur en hoe goed die kan integreren in die van het westen. Maar niets van dat alles, zo blijkt. Niemand komt naar ons.

En het gaat niet enkel om mij of de kleine scène van Arabische muziek en Marokkaanse fusion. Beyonce, JZ, 50 Cent en andere bekendheden gebruikten allemaal Arabische samples in hun songs maar niemand vroeg hen waarom ze dat precies deden. Geen enkele van de muziekrecensenten verwees ernaar en geen enkele journalist vroeg wat hen erin aantrok – zelfs de journalisten uit de wereldmuziekscène deden dat niet.

Halal Monk: Dat het Westen op dit vlak een culturele blinde vlek heeft, kan ik niet ontkennen natuurlijk, maar hoe goed scoort jouw soort muziek in een land als Marokko?

U-Cef: In Marokko leggen ze eveneens een grote nadruk op Westerse muziek. Bovendien willen ze enkel de grote namen. Santana en Elton John komen naar Marokko, maar niemand organiseert er kleine optredens, niemand zorgt er voor kleine zalen waar nieuwe bands de kans krijgen om te groeien. Ze hebben er het idee dat het groot moet zijn om cool te zijn. Maar groot is niet noodzakelijk cool, wel duur.

Natuurlijk zijn er nieuwe Marokkaanse acts zoals die van H Kayen, Hoba Hoba Spirit, Fnaïre en Bigg verschenen in de afgelopen 10 jaar, maar die hebben ook allemaal in één twee drie de status van superster gekregen en speelden dan niet langer in de kleinere zalen.

Er is geen tussenniveau in Marokko. Entertainment is er ofwel hip, Sultanachtig en Westers, of gaat over oude, kleine theehuizen.

Pas op, mijn eerste cd 'Halalium' lijkt sommige mensen echt wel te hebben geïnspireerd, niet alleen in het Westen maar ook in Marokko, waardoor ze hun eigen bands en bezettingen begonnen, maar meestal beschouwen ze het als iets te ‘futuristisch’. Ze weten nog niet goed hoe ze zich ertoe moeten verhouden.

Halal Monk: Je muziek klinkt soms inderdaad als een soort muziek van een toekomst waarin fusion de norm zal worden. Maar fusion en toekomst hebben vaak een moeilijke verhouding met oude tradities. Hoe kijken de meer ‘traditionele’ Marokkanen vandaag de dag naar (Arabische) muziek?

U-Cef: In de hoofden van bepaalde mensen speelt nog altijd het beeld van de decadente clubs. Zo kreeg ik soms te horen dat mijn muziek haram was. Daar is natuurlijk niets van aan, muziek maakt je niet zondig. Je kunt niet alles verbannen wat je ook maar een beetje op de zenuwen werkt. Islam leert ons zelfs dat we moeten omgaan met onze zenuwen en onszelf moeten leren beheersen. Volgens mij is dat waar bijvoorbeelde de ramadan over gaat. Je kunt iemand niet systematische elk beetje artistieke expressie ontzeggen omdat je het in verband brengt met een decadente levensstijl.

Mocht muziek mensen zeggen dat het oké is om te zondigen, misdaden te begaan, dán zou muziek inderdaad haram zijn. Maar mijn muziek doet zoiets niet. Het gaat allemaal over vrede, culturele fusion en integriteit. In zekere zin zjin de teksten en boodschappen zelfs opvoedend van aard, dus hoe kan God daartegen zijn?

*

Op 3 mei 2013 kan je je U-Cef aan het werk zien op de laatste 'Nuff Said van het seizoen: in CC Berchem: 

Dit artikel verscheen eerder in het Engels op www.halalmonk.com

Met dank aan Michiel De Mylle voor hulp bij de vertaling.

*

Het volledige dossier van Halal Monk lees je hier