"I am a revolutionary"

Fred Hampton was pas 21 jaar oud toen hij vermoord werd in een huis in Chicago. 2 politiekogels maakten een einde aan zijn leven en deelden een verschrikkelijke klap toe aan de revolutionaire Black Panther Party waar Hampton een maand eerder tot nationale woordvoerder benoemd was.
"I am a revolutionary"

De FBI beschouwde het talent van Chairman Fred als extreem gevaarlijk en veroordeelde hem begin 1969 tot 2-5 jaar gevangenisstraf. Daar bleef het echter niet bij.

 

Fred Hampton was pas 21 jaar oud toen hij vermoord werd op een koude decemberochtend in een huis in Chicago. 2 politiekogels maakten een einde aan zijn leven en deelden een verschrikkelijke klap toe aan de revolutionaire beweging in de VS. Hampton was een maand eerder benoemd tot nationale woordvoerder van de Black Panther Party. Als getalenteerd spreker zorgde hij ervoor dat tijdens elk van zijn speeches één bepaald zinnetje terugkwam: I am… a revolutionary. Zijn publiek werd aangeraden om elke avond voor het slapengaan deze zin uit te spreken, voor het geval iemand ’s ochtends niet meer wakker werd. Indien hij zijn eigen raad had opgevolgd, waren dit waarschijnlijk zijn laatste woorden.

Ondanks de talloze boeken die over de Black Panthers geschreven zijn, bestaan vele misvattingen over deze beweging. Stonden zij niet voor “Black Power”? Waren zij niet tegen de samenwerking met blanken? Voerden zij geen offensieve aanvallen uit tegen de heersende orde? Bestonden zij niet uit hersenloze bendeleden die geweld predikten? Voor elk van deze vragen is een objectief en waarheidsgetrouw antwoord beschikbaar. De Black Panther Party for Self-Defense werd in 1966 opgericht, 1 jaar na de moord op Malcolm X, met als basisslogan “Power to the People” en dus niet “Black Power”, een belangrijke nuance. De oprichters waren Huey P. Newton, de minister van defensie, en Bobby Seale, de voorzitter.

Een 10-puntenprogramma werd opgesteld dat de problemen van de etnische minderheden aanpakte, zonder te vervallen in separatisme. De Panthers inspireerden zich op zowel Malcolm X als op het marxisme-leninisme. Zij beschouwden zich als een internationalistische partij die door een diepe band met de massa’s in de achtergestelde wijken een revolutie kon leiden. In deze wijken werden gratis ontbijten voor kinderen georganiseerd, gratis gezondheidszorg, onderwijs, enz. De voor de hand liggende vijand was de kapitalistische staat met zijn geïnstitutionaliseerd racisme en zijn gewapende arm, de politie, die de flatterende benaming pigs kreeg. Zij waren ook de eersten die de term regenboogcoalitie (een samenwerking tussen blacks, reds, hispanics en whites) gebruikten in de politieke arena. De BPP begreep dus heel goed het evenwicht tussen het propageren van de revolutie om het systeem omver te werpen en het deelnemen aan verkiezingen om hun ideeën te verspreiden.

De beruchte directeur van de FBI, J. Edgar Hoover, beschouwde de BPP als de grootste interne bedreiging voor het voortbestaan van de VS. Er werd dus een ingenieus systeem uitgewerkt om hen in diskrediet te brengen en de partij te vernietigen. Deze geheime operaties van de FBI maakten deel uit van het COINTELPRO (Counterintelligence Program). Dit programma viseerde een hele reeks van bewegingen door hen op een illegale wijze (o.a. door grondwettelijke vrijheden te schenden) te bestrijden en te criminaliseren. De zwarte burgerrechtenbeweging was een vooraanstaand doelwit van de FBI. Hierin ligt dan ook de verklaring voor de talloze moorden op zwarte leiders in deze periode.

Door deze enorme uitdagingen besloot de BPP dan ook over te gaan tot zelfverdediging en het dragen van wapens, wat volledig volgens de wet was. Ze vormden burgermilities om de politiepatrouilles in de zwarte wijken te controleren. De wet op wapendracht werd speciaal aangepast voor de BPP en ze hielden daarna hun wapens binnenshuis. Toch haalde de zelfverdediging niet veel uit: Bobby Hutton, Fred Hampton, Bunchy Carter en nog vele anderen werden vermoord. Huey Newton en Bobby Seale werden gevangengezet. Eldridge Cleaver en Stokely Carmichael ontvluchtten de VS. De FBI zorgde ook voor interne conflicten door het versturen van valse brieven en het gebruik van infiltranten. De meest revolutionaire beweging ooit in de VS werd op deze manier onthoofd en stortte ineen.

Fred Hampton was een talentvolle student en sportman. Tijdens zijn rechtenstudies raakte hij betrokken bij de zwarte burgerrechtenbeweging onder de NAACP. Hij hoopte sociale rechtvaardigheid te bekomen dankzij geweldloos activisme en het organiseren van de etnische minderheden. In 1968, op 20-jarige leeftijd, vervoegde hij de BPP die juist was opgericht in Chicago en dankzij zijn organisatorische en oratorische kwaliteiten rees hij al snel naar de top. Hij was zich goed bewust van de gevaren: hij ensceneerde zijn eigen rechtszaak om zich mentaal voor te bereiden en tijdens toespraken warmde hij het publiek op door hen Free Fred te laten roepen, ook al was hij een vrij man. Hij was een sterk voorstander van de samenwerking met andere revolutionaire bewegingen en etnische minderheden, maar ook met stadsbendes. Het gedachtegoed van Frantz Fanon speelde duidelijk een grote rol.

De FBI beschouwde het talent van Chairman Fred als extreem gevaarlijk en veroordeelde hem begin 1969  tot 2-5 jaar gevangenisstraf. Hij kwam vrij op borgtocht, maar de FBI liet het hier niet bij. Tijdens de avond van 3 december zat Fred samen met enkele collega's in zijn appartement. Eén van hen was een infiltrant en deed een slaapmiddel in Freds drankje. De volgende ochtend viel de politie, 14 man sterk en gewapend met een machinegeweer, het appartement binnen. Mark Clark, die op wacht stond, en Fred Hampton, die niet wakker geraakte, lieten hierbij het leven. Getuigenissen vertellen dat toen de politie ophield met schieten en de kamer binnenkwam, Fred nog eens 2 keer werd beschoten om er zeker van te zijn dat hij dood was. 4 anderen raakten gewond, waaronder zijn zwangere verloofde. De politie hield vol dat de Panthers eerst hadden geschoten en toonden foto's van de kogelinslagen, die later nagelkoppen bleken te zijn. Onderzoek wees uit dat de Panthers één enkele kogel hadden afgevuurd, dit gebeurde door Mark Clark toen hij in zijn doodsstrijd verwikkeld was. Op de begrafenis van Fred waren 5000 aanwezigen, maar de BPP was begonnen aan haar verval.

Het belangrijkste bij het bestuderen van de geschiedenis is de historische kritiek. Veel van wat wij vandaag leren, op school, in de media, in boeken, enz. is ideologisch gekleurd. Daarom moeten wij oppassen voor het aanvaarden van het algemeen geldend discours en zelf met onze eigen ogen kijken naar de beschikbare bronnen. Daarnaast kunnen wij veel leren uit de successen en mislukkingen van de Panthers. Nooit in de geschiedenis is op deze manier gewerkt geweest, via de empowerment van de populaire wijken en de opkomst van jonge extreem getalenteerde sprekers en denkers die de mentale en fysieke capaciteiten hebben om een revolutie tot stand te brengen. Het potentieel is enorm en angstaanjagend voor de heersende orde, maar tot nu toe is een groot deel nog aan het slapen of vinden zij die wakker zijn zich niet terug in een bestaande organisatie. Er is werk aan de winkel.