Volgens mij is het geheim van de film dat Layla een meisje van vlees en bloed is, dat niet tot een clichébeeld is teruggebracht. De film gaat over universele, menselijke waardigheid, over de zoektocht naar identiteit, je afzetten tegen je ouders, over de onmacht van familieleden en vrienden, over liefde…
Layla Mourabit is gewoon een Nederlandse meid. Ze is ook van Marokkaanse origine en ze draagt een hoofddoek. Ze is strijdvaardig, ze is onbuigzaam tegenover onrecht, zowel ver als dichtbij, en plots ziet ze dat haar verontwaardiging niet meer beantwoord wordt door haar naasten. Layla helpt ons om een mogelijk proces van radicalisering van binnenuit te zien. De ‘islamcritici’ herhalen dat mensen radicaliseren omdat ze vergiftigd worden door religie en door de media waar ze naar kijken. Wankele verklaring: noch religie noch de gepolitiseerde islam hebben een monopolie op geweld of gewelddadige radicalisering, en de problemen die Layla ziet zijn jammer genoeg reëel, en worden in de mainstream media ontkend, gerelativeerd of genegeerd. Het is een collectieve beslissing om niet naar die problemen te kijken. En als we een probleem negeren, zien we de gevolgen ervan niet tot het te laat is. Omdat we die waarheden negeren, begrijpen we Layla niet.
Terwijl men zich zorgen maakt over de ‘blanke angst’ of de ‘witte woede’ die voor Brexit en Trump hebben gezorgd, blijken weinigen zich zorgen te maken over de angst of de woede van anderen die al generaties lang bedreigd en beledigd worden, hier en elders. Layla M., van de Nederlandse filmmaakster Mijke De Jong, neemt Layla ernstig. De film vertelt het verhaal van een meisje dat zich aansluit bij een terreurorganisatie en samen met haar man, een jihadi, naar het Midden-Oosten reist. De Jong en scenarist Jan Eilander hebben een gedurfde keuze gemaakt om zo’n gevoelig onderwerp te behandelen in hun film.
Herkenning
De Jong had al eens een film gemaakt die zich afspeelt in een vergelijkbare context en ze leerde toen een meisje kennen dat erg op het personage Layla lijkt. “Ik herkende gedeeltelijk dingen van mezelf in haar: het radicale karakter, deel uitmaken van een radicale groep, de overgave… Ik vond ze ook een mooi karakter om een film over te maken”, zegt De Jong. Ze stelde het idee voor aan Eilander, haar man, en dan hebben ze zich verdiept in de details van het verhaal: “We hebben er veel over gelezen, naar een zustergemeenschap gegaan, moskeeën bezocht… zoals je moet doen als je een film maakt. Als regisseur moet je ervoor zorgen dat alles tot in detail klopt, je moet weten hoe het is”, zo wijst De Jong op de vaak vergeten verantwoordelijkheid van de filmmaker.
Het eerste wat opvalt, zijn de sterke acteerprestaties van hoofdrolspelers Nora El Koussour en Ilias Addab. Ze leefden zich volledig in hun personages in en dat was niet zonder gevolgen: “Ilias had voor de rol zijn baard laten groeien en hij werd daardoor essentieel anders bejegend, ook door de ordediensten. Nora droeg ook een hoofddoek als ze naar de set kwam, omdat ze wilde weten hoe het was en toen pas merkte ze hoe erg het is, hoe anders je daardoor wordt bejegend”, herinnert De Jong zich. Maar het was ook voor hen een verademing om rollen te spelen met een zekere diepte: “Ze worden altijd gevraagd voor oninteressante, clichématige rollen. Als de achtergrond van het personage niet expliciet wordt gemaakt, wordt een niet-blanke Nederlander amper gecast”, zegt de regisseuse. “Het Nederlands Filmfonds heeft nu een speciale doelstelling om diversiteit te bevorderen,” zegt Eilander, die er als consulent voor werkt, “om ervoor te zorgen dat de Nederlandse speelfilm een afspiegeling wordt van de Nederlandse samenleving”.
De inspanningen om diversiteit te bereiken stoppen alleszins niet bij het maken van een film. Voor de distributie hebben ze beroep gedaan op minder voor de hand liggende kanalen om een divers publiek te bereiken. Ze wilden met name óók “meisjes zoals Layla bereiken”, die een vergelijkbaar proces meemaken als dat van hun hoofdpersonage. Daarom schakelden ze influencers in: om de sociale media in te zetten om in dialoog te komen met mensen die vaak geen consumenten zijn van mainstream mediakanalen. De trailer van de film werd druk gedeeld en de film trok ook jonge meisjes aan “die zich voor het eerst meenden te herkennen in Layla en de dilemma’s waar ze mee wordt geconfronteerd”, volgens Eilander.
Uitnodiging tot dialoog
Een van de bijzondere aspecten van de film is dat het proces dat Layla meemaakt niet veel anders is dan het proces van radicalisering in andere contexten die totaal niks te maken hebben met religie. Het is hetzelfde proces dat ook geldt voor een extreem-rechtse aanhang, bijvoorbeeld, of een ‘revolutie’: ineens spreken mensen in slogans. Zijn slogans over ‘ongelovigen’ of over ‘het kalifaat’ veel anders dan ‘eigen volk eerst’ of ‘minder, minder, minder’? Neen, het is een herhaling van voorgekauwde ideeën. Het is een proces van vervreemding en misbruik waar we allemaal verantwoordelijkheid voor dragen. Layla M. is ongemakkelijk en confronterend voor iedereen omdat we allemaal bijdragen tot haar radicalisering.
Misschien daarom ontbreken de opiniemakers, de burgemeesters en de gezinnen uit de witte middenklasse in de film. Die ‘meerderheid’ zijn geen ‘figuranten’ in dit verhaal: het besef moet doordringen dat ze er ook een belangrijke rol in spelen. Maar dat ontbreken is ook het resultaat van een proces, verdedigt De Jong: “Er is maar één scene overgebleven waarin je ziet dat een blanke Nederlander racistisch is en iets kort door de bocht zegt. In vroegere versies van het verhaal waren er meer vergelijkbare scènes die wijzen op de rol van de blanke Nederlanders, van niet-moslims, in het radicaliseringsproces van Layla. Dat maakte het verhaal eendimensionaal. We kwamen verder van haar te staan”. Eilander stemt daar ook mee in: “Deze film is geen documentaire waarin je het fenomeen probeert te verklaren, we wilden een character–driven film maken”.
Een deel van het publiek was volgens Eilander bang dat de film clichébevestigend zou werken, alleszins een begrijpelijke zorg, want het is alsof men een hele gemeenschap met niks anders kan associëren dan terreur. Maar zowel De Jong als Eilander waren daar bewust van en de keuze voor een character-driven film heeft volgens Eilander positieve gevolgen: “Volgens mij is het geheim van de film dat Layla een meisje van vlees en bloed is, dat niet tot een clichébeeld is teruggebracht. De film gaat over universele, menselijke waardigheid, over de zoektocht naar identiteit, je afzetten tegen je ouders, over de onmacht van familieleden en vrienden, over liefde… Het was voor ons cruciaal om aan te geven dat mensen die al dan niet naar Syrië gaan of ‘radicaliseren’, in essentie toch gewoon mensen zijn”. De overtuiging van Eilander is simpel: “We wilden een film maken die de dialoog zou kunnen bewerkstellen”. En de film is daar zeker in geslaagd: Layla M. nodigt uit tot een gesprek.
Beide makers zijn verbaasd door de verhoogde militaire aanwezigheid in België en vrezen dat de huidige focus op repressie, gecombineerd met de toepassing van etnische profilering, de situatie nog erger kan maken. Niet alleen voor mensen die al deel uitmaken van een structuur, maar ook voor onschuldige mensen, zoals de hoofdacteurs van de film zelf mochten ervaren. Na het hele proces van research, schrijven en draaien, is dialoog volgens hen wat het beste werkt, ook in gevallen van radicalisering: “Heel persoonlijke gesprekken, op mini-niveau. Aandacht, persoonlijk contact en proberen te blijven praten”. Tegelijkertijd is dat ook waar het vandaag mis gaat: het is pas als communicatie onmogelijk wordt dat iemand volledig kan ontsporen. Respect speelt daar een belangrijke rol in: “Iedereen wil gerespecteerd worden”, zegt Eilander. En daar draait de film rond: Layla M. is een meer dan verdienstelijke poging om een persoon en haar ontwikkelingsproces met respect te behandelen.
Layla M., vanaf 23.11 in de bioscoop.