Mind the Book 2015: mind the gender!

Mind the Book zegt het engagement van denkers en schrijvers centraal te stellen, “met als kern een kritische bevraging van de maatschappij”. In het programma viel echter ook te lezen dat het festival naar aanleiding van Internationale Vrouwendag naar “straffe vrouwen” zocht.
Mind the Book 2015: mind the gender!

Spreken over vrouwen als “zwarte spoken” en over jonge vrouwen met hoofddoeken als “een stap achteruit”: het verraadt een onderliggend discours dat weinig respectvol is en dat al helemaal niet openstaat voor een antwoord op de vraag

 

 

 

Van 5 tot 8 maart 2015 vond het jaarlijkse literaire festival Mind the Book plaats. Aan keuze was er op zondag 8 maart geen gebrek: de dag begon met de voorstelling van nieuw werk van Kader Abdolah, een gesprek over islam en feminisme, Ann-Marie MacDonald sprak over huiselijk (on)geluk, en de namiddag bood twee panelgesprekken over armoede en een vraaggesprek met Paul de Grauwe. Als toetje was er Dimitri Verhulst die zijn Boekenweekgeschenk De Zomer Hou Je Ook Niet Tegen toelichtte. Geheel terecht weerstonden heel wat trouwe bezoekers het verleidelijke lentezonnetje om zich naar deSingel te reppen.

 

Internationale Vrouwendag?

Mind the Book zegt het engagement van denkers en schrijvers centraal te stellen, “met als kern een kritische bevraging van de maatschappij”. De reeds genoemde thema’s wijzen uit dat de lezer-luisteraar op dit vlak aan het juiste adres was. In het programma viel echter ook te lezen dat Mind the Book naar aanleiding van Internationale Vrouwendag naar “straffe vrouwen” zocht. Een snelle telling leert dat er zondag twintig mensen op het podium stonden, waarvan acht vrouwen. Van die acht vervulden er vier de rol van moderator, met name Phara de Aguirre, Annelies Beck, Betty Mellaerts en Ann Peutemans, tegenover twee mannelijke moderatoren: Koen Vidal en Bart Haeck. Bleven over: vier vrouwen -Naema Tahir, Rachida Lamrabet, Bea Cantillon en Ann-Marie MacDonald-  die waren uitgenodigd als spreker. Vier vrouwen op een totaal van veertien sprekers? Een enigszins teleurstellend cijfer voor Internationale Vrouwendag, als je het mij vraagt. Toegegeven, het is een symptoom van deze tijd om meteen conclusies te trekken uit kwantitatief meetbare gegevens. Belangrijker hier is het kwalitatieve aspect.

 

Islam en feminisme

Het gesprek met Naema Tahir en Rachida Lamrabet over islam en feminisme was zeker de moeite waard. Tahir heeft Pakistaanse ouders, werd geboren in Londen en woont in Nederland, waar ze doceert en schrijft. Lamrabet is juriste bij het Interfederaal Gelijkekansencentrum en schrijft romans. Het vraaggesprek werd geleid door Phara De Aguirre, die Tahir om uitleg vroeg bij de titel van haar pas verschenen boek Gesluierde Vrijheid.

Tahir vertelt hoe ze als kind op de luchthaven in Dubai tegenover twee vrouwen in boerka zat, en dat ze er automatisch vanuit ging dat de vrouwen dit moesten dragen omdat ze lepra hadden. In de zaal weerklinkt gelach. Nu denkt ze daar anders over, vervolgt Tahir. Maar ze stelt zich voor dat westerse vrouwen een zelfde soort denkwijze hanteren als ze naar vrouwen met een hoofddoek kijken: de associatie “hoofddoek-verplichting” komt er automatisch, terwijl dit niet natuurlijk niet zo hoeft te zijn!

De Aguirre’s vraag in hoeverre de keuze voor een hoofddoek wel een “echte vrije keuze” kan zijn kaatst Tahir terug met de vraag of dit überhaupt wel een relevante vraag is. “In hoeverre zijn we vrij om onze kledij te kiezen?,” werpt ze op. “Natuurlijk is er een groep die de hoofddoek onder dwang draagt, en dat is kwalijk!” Lamrabet pikte hierop in: “Het probleem is dat de perceptie leeft dat meisjes die een hoofddoek dragen, dit de facto onder dwang doen. De idee dat ‘wij’ ‘hen’ moeten beschermen, wordt dan ingezet als rechtvaardiging voor het totaalverbod op scholen. Maar hoe kunnen wij weten wat ze écht willen? En bovendien moeten we het echte probleem aanpakken, niet de symptomen."

Het gesprek kabbelt voort naar boerkadraagsters, het genotshuwelijk en de evolutie van gendergelijkheid binnen de islam. Zowel Lamrabet en Tahir zien een positieve evolutie wat dit laatste betreft. “Steeds meer vrouwen gaan op zoek naar de originele islamitische teksten en interpreteren die zélf, waar dit vroeger vaak in handen was van mannen”, stelt Lamrabet. Tahir geeft enkele voorbeelden: “In de vroege islam kon een vrouw ook een man ten huwelijk vragen -niet alleen andersom. Daarnaast zien we ook in de Hadith de nadruk op vrije meningsuiting, uitgedrukt in het citaat ‘de pen is machtiger dan het zwaard’.” Een positieve noot om het gesprek mee af te sluiten dus, en bovendien een onderwerp dat aantoont dat islam en feminisme om méér draait dan alleen de hoofddoekenkwestie.

 

Gezocht: oprechte interesse

Doorheen het gesprek echter nam De Aguirre als moderator enkele opvallende woorden in de mond, die op zijn minst merkwaardig zijn te noemen. Toen ze bijvoorbeeld stelde dat de jongere generatie moslima’s steeds vaker voor een hoofddoek kiest, vond ze het nodig eraan toe te voegen dat ze dit “een stap achteruit” vond. Haar woordkeuze verraadt een sterk waardeoordeel dat vooruitgang gelijkschakelt met een samenleving waarin hoofddoeken klaarblijkelijk niet thuis horen. Toen het gesprek even later op boerka’s kwam, zei De Aguirre dat ze een hoofddoek soms nog wel mooi kan vinden, “maar zo’n ‘zwarte spoken’? Nee, dat wil ik niet in mijn straatbeeld! Daar ligt voor mij de grens.” Spreken over vrouwen als “zwarte spoken” getuigt niet alleen van een denigrerende woordkeuze, het is bovendien nogal ironisch om De Aguirre eerst te horen zeggen dat vrouwen in boerka voor een communicatieprobleem zorgen, terwijl zijzelf die vrouwen vooraf al heeft gereduceerd tot “spoken” die ze niet in haar straatbeeld wil.

Dat De Aguirre als moderator haar eigen mening geeft (en die tot tweemaal heeft herhaald) is op zich niet het probleem. Dat ze als moderator kritische vragen stelt, is alleen maar aan te moedigen. Maar niet alleen wát je vraagt, maar ook hóe je iets vraagt zet de toon voor een gesprek. En dit laatste ontlokte mij meermaals een geschrokken blik. Spreken over vrouwen als “zwarte spoken” en over jonge vrouwen met hoofddoeken als “een stap achteruit”: het verraadt een onderliggend discours dat weinig respectvol is en dat al helemaal niet openstaat voor een antwoord op de vraag. Kortom, een beetje meer oprechte nieuwsgierigheid en een open attitude voor nieuwe denkbeelden zou een panelgesprek over islam en feminisme niet misstaan. Ook als die denkbeelden indruisen tegen de mening van de moderator.

 

 

Lees meer over Gender & Diversiteit in dit dossier