Individualisme past niet binnen de strategie van het hedendaags progressivisme
Bijna elke gerenomeerde progressieveling voert vandaag in naam van de solidariteit de strijd tegen het individualisme, naar zeggen verpersoonlijkt in het neo-liberalisme. Het lijkt wel zo een evidentie dat in linkse kringen dit aanvaard wordt als een vanzelfsprekend en onbetwistbaar axioma dewelke geen argumentele bewijslast nodig heeft. Individualisme is in werkelijkheid een visie dewelke binnen geen enkele courante politieke ideologie, zowel links als rechts, met open armen onthaald wordt. Immers staat zij in schril contrast met het wezen van de politiek zelf, het streven naar controle over anderen, het afstand nemen daarvan is afstand nemen van politiek engagement. De vraag is of dat nu een goede of een slechte zaak is.
Vooreerst dient de koppeling van neo-liberalisme en individualisme ontkracht te worden. Het neo-liberalisme is een verzamelnaam die gebruikt wordt voor zeer uiteenlopende visies, het is een naam die niet in functie staat van een goede omschrijving maar als strategisch target. Ze omvat eigenschappen zoals nationalisme en xenofobie dewelke in sé haaks staan op het principe van liberalisme. En eigenschappen die in het geheel niet individualistisch zijn, nationalisme is geen individuele houding maar een collectieve. En in weze is xenofobie dat evenzeer, er kan immers maar van vreemd gesproken worden wanneer er een gemeenschappelijke norm bestaat waarvan afgeweken kan worden, individualisme heeft die norm niet.
Liberalisme op zich is vatbaar voor kritiek, het ontbreken van sociale vangnetten en daaraan gekoppelde solidariteit is er zeker één van. Maar anderzijds dient men ook te erkennen dat op levenbeschouwelijk vlak zij historisch gezien wél progressief kan zijn en in die zin ook solidair. Terugkijkend op de groep neo-liberalen is daar erg weinig of nagenoeg niets van terug te vinden. De keuze voor de naam neo-liberalisme is dan ook ongelukkig en misleidend. De koppeling van het individualisme aan dat neo-liberalisme raakt kant noch wal en herleidt de strijd tegen dat neo-liberalisme tot een strijd niet tegen haar uitwassen, die er absoluut wel zijn, maar tegen derden. Die derden zijn kritische denkers binnen eigen rangen, individualisten.
Het egocentrisch populisme is een veel correcter label dat de ongelijkheid, discriminatie en onrechtvaardigheid omvat dewelke terecht duidelijk signifikant aanwezig is binnen die groep so-called neo-liberalen. Het egocentrisme staat voor sociale ongelijkheid en uitsluiting en het populisme voor de holle en soms valselijke retoriek die daarvoor gebruikt wordt. Maar individualisme ? Neen dat heeft daar niet enkel niets mee te maken, het staat er haaks op.
Maar dat individualisme past niet binnen de strategie van het hedendaags progressivisme waarbij het proletariaat achter één vlag en één visie geronseld wordt, de enige linksen. Kritici kunnen ze missen als de pest, het ondermijnt autoriteit, ook de hunne. Of daarmee de strijd tegen ongelijkheid en ontrechtvaardigheid gediend wordt is een retorische vraag, en de vraag of dit überhaupt progressief is behoeft zelfs niet gesteld te worden.
Multinationals en andere grote ondernemingen zijn helemaal niet individueel, het zijn juist zeer grote organisaties met een strenge hiërarchische structuur. Het financiële systeem is geen systeem van de éénling, welintegendeel, het is een systeem van grote spelers, grote ondernemingen waarbij het individu geen enkele waarde toegekend krijgt. Wie dit systeem wil aanvallen dient geen omgekeerd gespiegeld systeem voor te stellen waarbij het individu evenzeer onderdrukt wordt. Het erkennen van het individu als absolute waarde, wat de essentie is van het individualisme, is net gezicht geven aan de gezichtsloze slachtoffers van uitbuiting en discriminatie.
Kameraden, als jullie individualisme willen bestrijden doe het dan niet in naam van solidariteit, maar noem en kat en kat en zeg gewoon dat het om een ideologische zuivering gaat.