Feminisme is duidelijk een beladen term met een zware geschiedenis die nog steeds doorwerkt in het heden. De discussie is nog niet helemaal voorbij, maar de tijd zit er helaas op. Een boeiend en diepgaand gesprek, met een kritische laatste noot die me niet loslaat.
Van donderdag 20 februari tot zondag 23 februari vond in de Gentse Vooruit het boeken- en actualiteitsfestival “Mind the Book” plaats. Op het programma van zondag prijkte onder andere het panelgesprek “Vrouw & engagement”, gemodereerd door MO* redacteur Gie Goris. Deelneemsters waren de Nigeriaanse auteur en feministe Chimamanda Ngozi Adichie, de Belgische schrijfster Kristien Hemmerechts en de Palestijnse dichteres Fatena Al-Ghorra. Een gesprek over feminisme, kolonialisme, identiteit en erkenning.
Schrijven om de wereld te veranderen?
“Kunst bestaat niet puur, los van de politieke, culturele en sociale context,” stelt de Nigeriaanse schrijfster Adichie als Gie Goris haar confronteert met wat zij ooit citeerde naar W.E.B. Dubois: “all art is propaganda”. “Ik pretendeer dan ook niet dat ik kunst kan schrijven die losstaat van alles.” Of ze daarmee dingen wil veranderen, werpt Goris op. “Nee. Ik wil in de eerste plaats een conversatie opstarten.” Ook Al-Ghorra schrijft niet in de eerste plaats om de maatschappij te veranderen. “Ik schrijf om mezelf te begrijpen. Soms kan je jezelf pas zien in een gedicht, door de afstand. Sinds ik weg ben uit Gaza is mijn poëzie ook anders, ik realiseer me dat ik meer van Gaza houd dan ik toen besefte.”
“Het is ook heel naïef om te denken dat je met boeken de wereld gaat veranderen,” meent Hemmerechts. “Maar boeken moeten wel over iets gáán! Homoseksualiteit was vroeger bijvoorbeeld een taboe-onderwerp, en door mijn personages homoseksueel te maken ondernam ik een kleine poging om iets te doen. Iedereen gaat er zomaar vanuit dat personages automatisch blank en hetero zijn. Zo’n tekst doet mensen nadenken.”
Adichie is het daar niet helemaal mee eens. “Ik schrijf niet voor íemand, ik schrijf niet voor een Westers publiek dat moet worden “opgevoed”. Bij fictie denk ik niet aan het publiek, maar bij non-fictie is dat natuurlijk anders.” Haar laatste opiniestuk 'Why can’t he just be like everyone else?' gaat over de recente Nigeriaanse wet die homoseksualiteit criminaliseert, “an absolute disaster” in Adichies woorden.
Hemmerechts: “Onze generatie schrijvers voelt nog die plicht om weg te geraken uit de “Ivoren Toren”. We hebben het gevoel dat we ook een standpunt moeten innemen in politieke debatten. Dat gebeurt nu minder, want dat kan lezers doen vervreemden. Sommige lezers lezen mijn boeken niet uit principe. Als mensen me vragen iets te schrijven, dan kan ik niet weerstaan. Het gaat dus om verschillende rollen die je opneemt –maar schrijven blijft de kern.”
Erkennen of verontschuldigen?
Als Goris aan Fatena Al-Ghorra vraagt of zij zich terughoudend opstelt in debatten, flikkeren haar ogen. “I cannot run away from being Palestine! Het is een deel van mijn identiteit.” Hierover liet ze verschillende malen haar stem horen in interviews. “Voor mij bezetten ze mijn land, en de bezetting veroorzaakt de huidige politieke situatie.” Al-Ghorra vertelt hoe een Israëlische dichteres toenadering had gezocht. “Maar ze denken dat we dan gewoon over poëzie kunnen praten of zo?! Kijk ik heb niets tegen die mensen, maar wel tegen Israël. En ik wil éérst verontschuldigingen horen van deze dichteres, en dán kunnen we praten!” Dit levert haar een warm applaus op vanuit de zaal, en bewonderende blikken van Adichie.
“Ik ben zo ontroerd hoe je dat zei. Het gaat over de erkenning. Zelfs als ze de bezetting niet ondersteunt als dichteres, dan heeft ze nog baat bij het systeem. Vergelijk het met mannen die tegen seksisme zijn, maar niettemin zekere voordelen hebben door het systeem. Het is makkelijk om te spreken over een “brotherhood of arts” zonder erkenning van kleur, gender etc. Ik erken dat ik geprivilegieerd ben door mijn klassepositie in Nigeria. En ik erken dat heel bewust.” Toch levert dit ook een kritische vraag op vanuit het publiek, die het gelijkschakelen van de erkenning en de verontschuldiging problematiseert.
Koloniale erfenis
Hemmerechts maakt de brug met het ontkennen van gendernormen. “Het maakt me kwaad dat we hier vaak genderproblematiek ontkennen. Je hoort vaak: “Ja in Afghanistan is het misschien slecht, maar hier, in het Verlichte Westen [ironische toon] is alles oke”. Maar er ís racisme en er ís seksisme, en dat wordt ontkend omdat we claimen dat wij het Verlichte Westen zijn, en dat wij ánderen moeten bevrijden.”
Goris gaat volmondig akkoord met de kritiek van Hemmerechts, en haalt het discours aan van voormalig Amerikaans president Bush over Afghanisten. “Maar je kan toch niet ontkennen dat seksisme wel degelijk een probleem ís in Afghanistan…”
“Alsof zíj daar ook maar iets om geven!” briest Hemmerechts. “Het is niets meer dan een hypocriet voorwendsel! Je zou eigenlijk moeten onderzoeken hoe het dagelijks leven van vrouwen veranderd is.” Het woord ‘missionering’ valt. “Hetzelfde geldt voor FGM (female genital mutilation): het wordt voorgesteld alsof wij, het Verlichte Westen, die ‘duisternis’ moeten wegnemen.”
Adichie knikt beamend. “Well said! Ik heb ook géén geduld met het idee van die blanke reddingsmissie. Ze vergeten dat Afrikaanse vrouwen ook actoren zijn. FGM is verschrikkelijk, maar het is niet aan Europa om dit te zeggen. Het is alsof ik met een coalitie Afrikaanse vrouwen naar de VS zou trekken om daar te gaan protesteren tegen Amerikaanse borstimplantaten!”
Who’s afraid of the F-word?
Plots valt er een uitspraak die veel verwarring zaait onder het panel en het publiek. Al-Ghorra, die beaamde dat vrouwen zélf initiatief moesten nemen, voegde daar vlug aan toe: “But I’m not a feminist and I’m not against men!” “Ja,”, zegt een verbouwereerde Goris, “en dit zijn toch twee compleet aparte dingen, veronderstel ik?” Ook Adichie en Hemmerechts kijken geamuseerd maar verward. “Maar Fatena, alles wat je zegt klinkt voor mij toch zó feministisch”, zegt Adichie met een glimlach.
“Nee, ik ben géén feministe! Ik wil vrouwenrechten verdedigen omdat het mensenrechten zijn. I’m just a human being who refuses injustice,” besluit Al-Ghorra. “And that’s what feminism is”, repliceert Adichie. “Feminisme heeft een negatieve lading. In Afrika noemen we onszelf eerder “womanist”, naar Alice Walker.” Een Congolese vrouw uit het publiek valt al-Ghorra bij. “Ik begrijp waarom je jezelf geen feministe wil noemen.”
Feminisme is duidelijk een beladen term met een zware geschiedenis die nog steeds doorwerkt in het heden. De discussie is nog niet helemaal voorbij, maar de tijd zit er helaas op. Een boeiend en diepgaand gesprek, met een kritische laatste noot die me niet loslaat. Dit is precies wat een uitstekend panelgesprek hoort te doen. Bedankt, Chimamanda Ngozi Adichie, Kristien Hemmerechts, Fatena Al-Ghorra en Gie Goris.