April
Elke dag is anders. Sommige dagen verlopen rustig, op andere dagen zijn de verdelingen van voedsel, spullen, powerbanks moeilijk. Frustraties, onbegrip, dankbaarheid, woede, ongeduld, aandringen en aanklampen. Uren aan een stuk. Een voortdurende mix en switch van emoties. Ik heb alle begrip voor elke reactie, in deze omstandigheden en zonder elektriciteit, waarin powerbanks een soort goudklompjes zijn.
Oversteken met een bootje is hel. Mannen, vrouwen, kinderen staan doodsangsten uit. Toch proberen ze het steeds opnieuw. Nacht na nacht. Voor hen is er geen andere weg
Mensen op de vlucht staan hier – voordat ze hun bestemming, het Verenigd Koninkrijk, bereiken – voor een andere gevaarlijke horde: de zee. Verschillende mensen vertellen over hun poging vorige nacht. Het kat-en-muisspel met de politie. De horror van het bootje op volle zee. Panikerende mensen. Mensen die moeten overgeven. Er zijn problemen met het bootje, ze bellen 112. Die vragen hen een locatie door te sturen. Er is paniek want niemand heeft bereik. Ze worden toch gevonden en komen terug aan land. Vanavond doen ze een nieuwe poging, inshallah. Oversteken met een bootje is hel. Mannen, vrouwen, kinderen staan doodsangsten uit. Toch proberen ze het steeds opnieuw. Nacht na nacht. Voor hen is er geen andere weg. Daarna komen ze aan op een eindbestemming die opnieuw niet veilig voor hen is: de angst bestaat om naar Rwanda gestuurd te worden. Stel je voor! Je doorstaat foltering, mishandeling en ontbering, je doorkruist verschillende continenten, je hebt de plek bereikt waar je asiel wil vragen en je bent alsnog niet veilig. De Westerse arrogantie kent geen grenzen. F*cked up system. F*cked up world.
Er verschijnt een bericht op de facebookpagina van de gemeente Grande-Synthe, waar het kamp in Duinkerke onder valt. Het bericht gaat over een inzamelactie voor mensen op de vlucht uit Oekraïne. Een mooi initiatief. Tegelijkertijd worden er echter mensen op de vlucht uit datzelfde Grande-Synthe verdreven. Ze overleven nu, net over de grens, in Loon-Plage. Voor hen zijn er geen inzamelacties. Voor hen wel de CRS, de algemene reserve van de Franse Nationale Politie, die op regelmatige tijden hun spullen vernietigt. Gisteren is er nog een ontruiming geweest. Ontruimingen zijn geen opruimingen. Bruikbare spullen worden tot afval gemaakt en blijven liggen. Ontruimingen betekenen het vernielen van de tijdelijke thuis van mensen op de vlucht die geen andere plek hebben. Ontruimingen geven maar één boodschap: Go away! Maar er is geen nadere plek waar deze mensen naar toe kunnen. Ze willen niets liever dan weggaan maar ze kunnen dat niet. Daarom herbouwen ze. Keer op keer. Tenten worden opnieuw opgezet, ‘restaurantjes’ opnieuw opgebouwd, barbiers terug aan het werk.
Oekraïense mensen worden op dit moment wel opgevangen in hotels – wachtend op een mogelijkheid om de UK te bereiken. Andere mensen op de vlucht die opvang vragen worden weggestuurd.
Twee maten, twee gewichten. In Frankrijk, maar ook in België. Die selectieve solidariteit maakt me woedend en misselijk.
Mei
Gisteren waren er vrijwilligers in het kamp die de spullen die ze niet verdeeld hadden gewoon op grote hopen in het kamp hebben achtergelaten. Alles kriskras door elkaar gedumpt in een kamp waar geen vuilnis wordt opgehaald, behalve dan door andere vrijwilligers. Tussen de overrijpe en rotte groenten en verpakt voedsel over de datum zochten we spullen die nog bruikbaar waren en vulden er enkele zakken mee. Ik hoor sommigen al denken: een beetje over tijd, dat is toch niet erg? Natuurlijk eet ik zelf ook wel eens dingen waarvan de houdbaarheidsdatum pas is vervallen, maar dat is mijn vrije keuze. Spullen over datum verdelen onder mensen op de vlucht in Duinkerke, die geen keuze hebben, is mijns inziens respectloos, en mogelijk zelfs een risico voor de gezondheid van mensen die toch al in kwetsbare omstandigheden verblijven.
Ontruimingen zijn geen opruimingen. Bruikbare spullen worden tot afval gemaakt en blijven liggen. Ontruimingen betekenen het vernielen van de tijdelijke thuis van mensen op de vlucht die geen andere plek hebben. Ontruimingen geven maar één boodschap: Go away!
Onze laatste stop is de mega-supermarkt Auchan. We sprokkelen weer voedselpakketten bij elkaar: melk, bloem, tomaten, kikkererwten, kidneybonen. Enkele Pakistaanse en Afghaanse vrienden verblijven in het kamp op meer dan 20 minuten van de distributieplek. We wachten hen op ergens tussen de Auchan en hun verblijfsplek. Terwijl we wachten, komt er een gezin naar ons toe. De papa met een valies in zijn hand, de mama erachter met een buggy met twee kleine meisjes. Ze zijn net gearriveerd en vragen naar een veilige weg om het kamp te bereiken omdat ze deze grote weg met veel verkeer gevaarlijk vinden met hun kleine kinderen. Een veiligere weg is er niet, helaas. Straks wacht hen nog een veel moeilijkere en helse weg: de zee. Zulke ontmoetingen blijven hangen en maken mij zo kwaad. In wat voor f*cked up maatschappij leven wij? Hoe kunnen we dit toestaan? Dat mensen hun leven moeten wagen op zoek naar een beter leven. Dat we zo’n onderscheid maken tussen mensen!
Juni
De laatste maanden krijgt de ene na de andere jongen uit Afghanistan een negatief op zijn asielaanvraag.
Gisteren ook jij. Bijna twee jaar geleden vroeg je asiel aan in België. Je was toen 16 jaar en alleen op de vlucht. Pas deze week kreeg je te horen dat jouw asielaanvraag negatief is beoordeeld. Je moet weg. Blijkbaar heeft België beslist dat jouw land veilig is. Afghanistan, veilig… Vorige zomer nam de taliban de leiding helemaal over. Grote internationale verontwaardiging, en nu - nog geen jaar later – zijn ze nog steeds aan de macht, is er niets veranderd en toch sturen we mensen terug. De Belgische staat moet opvang voorzien voor minderjarigen (ook zonder papieren) tot zij 18 jaar oud zijn. Daarna kunnen zij alsnog worden uitgezet. Twee jaar wachten als tiener alleen, twee jaar Nederlands leren. Je bent ondertussen al jaren weg uit jouw land. Je kan niet terug maar hier mag je niet blijven. Wat nu? Hoe onmenselijk zijn de Belgische asielprocedures!?
Juli
Het was gisteren de op één na warmste dag sinds de start van de metingen. Het zijn warme dagen, ook voor mensen op de vlucht in Duinkerke. Voor hen was er nauwelijks een mogelijkheid tot verkoeling. In het kamp staan tenten in de volle zon, zonder beschutting. Schaduwplekken zijn schaars. Er is geen elektriciteit voor een ventilator, er is geen stromend water en dus geen mogelijkheid om zweet en stof af te spoelen. We verdelen voedselpakketten maar het is onvoldoende. Ook nadat alles verdeeld is blijven mensen om eten en vooral water vragen. Vrijwilligers van Roots vzw brachten meer dan 11.000 liter water in containers naar het kamp. Op deze warmste dag deelde la protection civile (de franse civiele bescherming) na 16u00 ook kleine flesjes water uit. Toch is dat de omgekeerde wereld: de overheid verdeelt de peanuts terwijl de vrijwilligers het echte werk voor hun rekening nemen.
We bezoeken onze vrienden in het kamp. Er staan thee en verse paratha, Indiaas flatbread, (zo lekker!) voor ons klaar. We hebben een moment om bij te praten. Eén van hen werd vorige week gearresteerd langs de weg tussen het kamp en de Auchan. Gewoon zomaar, zonder aanwijsbare reden, zonder verklaring. Hup, in de combi richting Calais. Nu is hij weer terug in Duinkerke. We praten even over het voorval.
Op het moment dat we willen vertrekken uit het kamp, word ik tegengehouden. Of ik iemand naar de apotheek kan brengen. Hij heeft te veel pijn om het volledige stuk naar de Auchan te wandelen. Er is een korte aarzeling van mijn kant. Ik mag volgens de wet niet zomaar mensen zonder papieren vervoeren. Absurd en pijnlijk. Ik zie dat hij pijn heeft. Dan besluit ik hem mee te nemen. Na afloop breng ik hem terug naar het kamp. Er was geen mogelijkheid om een dokter te zien. Ik vind het vooral verschrikkelijk van mezelf dat ik aarzelde.
Over de auteur:
Saar Depuydt trekt elke maand naar de geïmproviseerde vluchtelingenkampen vlakbij Duinkerke. Wil je haar en anderen die zich inzetten voor mensen op de vlucht, ondersteuning bieden? Kijk dan eens op haar facebookprofiel wat je kan doen om te helpen.