Het staat buiten kijf dat onze samenleving wordt gekenmerkt door een sterk koloniaal verleden. Een lang en pijnlijk verleden dat begon in 1885, waar koning Leopold II, zijn nakomelingen en later de Belgische regering tachtig jaar lang soevereiniteit genoten over Congo en later over Rwanda en Burundi - twee voormalige Duitse koloniën. Om deze koloniale periode te legitimeren, zette België een sterk racistisch propagandaoffensief in. De wreedheden, politieke moorden en dwangarbeid werden voorgesteld als een zogenaamd 'beschavingswerk'.
Wanneer de Belgische Black Lives Matter-beweging aandacht vraagt voor de moord op George Floyd, wordt de volledige Belgische koloniale erfenis aangekaart.
In de discussie over de dekolonisering van de samenleving valt de rol van het onderwijs niet te onderschatten. Het Parijse progressieve tijdschrift Revue des Mouvements stelt dat er "effecten van overheersing zijn die ondanks het einde van de koloniën voortduren (...) een veelzijdige koloniale erfenis die sommigen de kolonialiteit van macht en kennis noemen. Omdat kolonialiteit nog steeds aanwezig is in de dominante vormen van kennis en in de collectieve verbeelding, blijft dekolonisatie onvoltooid."
Dit is niets nieuws. Ook onderzoekers Amandine Lauro en Romain Landmeters (UCL Saint-Louis) schrijven: “Sinds het einde van de jaren negentig hebben de vragen die het Belgische koloniale verleden oproept, een daverende comeback gemaakt in politieke en mediadebatten. Controverses rond het geweld van het Leopoldiaanse regime tot onthullingen over de moord op Patrice Lumumba, inclusief de polemiek over de racistische propaganda die Kuifje in Congo heeft overgebracht: de geschiedenis van de kolonisatie is een bron van spanningen die de schoolbanken niet sparen."
Les over de Belgische kolonisatie, de eerste stap in de herdenkingsplicht ten opzichte van de Congolese staat
De geschiedenis van kolonisatie, migratie en zelfs die van Afrika en zijn diaspora, komt niet voor in Belgische schoolboeken. De lerarenopleiding bevat geen enkel lesprogramma over dekolonisatie of het bewerkstelligen van een inclusieve kennisoverdracht. Hetzelfde geldt voor de bijscholingsopleidingen voor leraren.
Door een thematische onderzoeksoefening uit te voeren bij het Institut de la Formation en cours de Carrière (IFC), het bijscholingsinstituut voor leraren van de Franse Gemeenschap in België, ontdekten we dat de trefwoorden 'discriminatie', 'racisme', 'kolonisatie', 'Congo' en 'Afrika' in de opleidingen geen één keer voorkomen. Alleen het zoekwoord "stereotype" leverde 8 hits op. Nadere analyse van hoe de term 'stereotype' in de opleiding werd gebruikt, liet zien dat dit meestal te maken had met gender, islam, antisemitisme of culturele reizen.
Nergens in de bijscholingscursussen gaat het dus over racisme. We merken op dat in het Belgische schoolsysteem geen overdracht plaatsvindt van het koloniale geheugen van België.
Voor MRAX is racisme bestrijden in de eerste plaats het bestrijden van een gevaarlijke identiteitsillusie die ons allemaal bevriest in een culturele wereld alsof er 'natuurlijke' identiteiten of karaktereigenschappen zijn, die daarom eeuwig vaststaan en onderling onverenigbaar zijn
Onderzoekers Amandine Lauro en Romain Landmeters benadrukken in hun artikel het belang van 'de overdracht van het koloniale geheugen'. Ze stellen dat "de geschiedenis van kolonisatie een mijnenveld kan zijn voor leraren, aangezien de erfenis van het koloniale verleden doorwerkt in de complexiteit van migratierelaties of in de representaties van 'Anderen' - tot op de dag van vandaag aan het werk in een reeks huidige discriminaties - die aan de oppervlakte kunnen komen als 'slagvelden van herdenkingsconflicten' en identiteitsverklaringen."
Het Pacte pour un Enseignement d’Excellence in het onderwijs, een plan om het onderwijs in de Franse Gemeenschap te verbeteren (dat werd geïnspireerd door het werk dat in 2010 werd uitgevoerd door de Assises sur l’interculturalité) wees op het belang van "de plaats van dekoloniale geschiedenis en de geschiedenis van migratie (...) in de geografische en sociale vorming alsook in de Franstalige literatuur”. Tot op heden komt die implementatie traag op gang. De geschiedenis van de Belgische kolonisatie in Congo maakt nog steeds geen integraal deel uit van de Belgische lerarenopleiding en de bijscholingscursussen.
Volgens Antoine Prost kunnen mens en geschiedenis echter niet van elkaar worden gescheiden. Dit betekent dat we de geschiedenis en haar ontwikkelingen, op welke manier we die ook analyseren, niet kunnen bestuderen zonder rekening te houden met alle mensen die erbij betrokken zijn – in dit geval met name de Congolezen en de Belgen. Dit is extra van belang wanneer dit verleden deel uitmaakt van de constructie van het 'collectieve onbewuste', dat doorspekt is met stereotypen en vooroordelen die leiden tot discriminatie en racisme.
Wat Octave Louwers schreef over Leopold II, van wie volgens hem "het genie was om de kans te grijpen die het lot bood om het geweldige ontwerp te realiseren dat werd opgevangen, gestreeld, gerijpt voor zo vele jaren, zonder te kunnen zien waar het zou gebeuren”, is deel van een discours dat nog steeds actueel lijkt in het collectieve onbewuste van een deel van de Belgische bevolking. Het is een leugen die absoluut moet worden gedeconstrueerd.
En wat is een betere ruimte om deze stereotypen en die koloniale propaganda te deconstrueren dan de school? Wat zijn betere instrumenten dan de lerarenopleiding en permanente bijscholing van leraren?
Voor een inclusieve antiracistische pedagogiek in de lerarenopleiding
Frantz Fanon zei: "[Kolonisatie is] een systematische ontkenning van de ander, een driftige vastberadenheid beslissing om de ander elk attribuut van menselijkheid te ontzeggen". In de documentairereeks 'Kongo', die al jaren ter beschikking staat van leerkrachten die het over kolonisatie willen hebben, werd die stelling in verschillende afleveringen aangetoond.
Wij denken dat kennis over verschillende culturen kan leiden tot meer wederzijds respect.
Respect dat ons ervoor behoedt terug te vallen op genaturaliseerde voorkeuren. Respect dat ons ervoor behoedt ons terug te trekken in in onszelf of in onze eigen identiteit of gemeenschap. Respect dat ons behoedt voor religieus of dogmatisch extremisme, evenals alle vormen van rechts-extremisme
Bij MRAX (Mouvement contre le Racisme, l'Antisémitisme et la Xénophobie) pleiten we al jaren voor inclusief onderwijs. Een inclusieve school is een ruimte waar gelijke kansen voor iedereen niet langer enkel op papier bestaan. Dekoloniseren, ja, maar ook het tegengaan van vervreemding door het verstrekken van informatie, training en onderwijs, door een antiracistische benadering te integreren in de lerarenopleiding. De Diversiteitsbarometer laat volgens UNIA bovendien zien dat leraren hierbij zelf om meer ondersteuning vragen, met als doel een professionalisering van de zorg voor leerlingen van verschillende origine en verschillende culturen.
Voor MRAX is racisme bestrijden in de eerste plaats het bestrijden van deze gevaarlijke identiteitsillusie die ons allemaal bevriest in een culturele wereld alsof er natuurlijke identiteiten of karaktereigenschappen zijn, die daarom eeuwig vaststaan en onderling onverenigbaar zijn. De beroemde Clash of Civilisations van Samuel P. Huntington - een verzameling van onnodige beweringen en pseudo-filosofische onzin - zo geprezen door een rand van Amerikaanse intellectuelen, kan ons alleen maar leiden richting een visie op de mensheid die is opgesloten in absolute categorieën met onveranderlijke kwaliteiten.
De lerarenopleiding is vandaag een belangrijk discussiepunt in de context van de dekolonisatie en ont-vervreemding van de samenleving. Het feit dat dekolonialiteit nog geen onderdeel is van die opleiding, illustreert de spanning tussen het Belgische onderwijsbeleid en de realiteit in de samenleving.
MRAX-pedagogiek
MRAX ontwierp – als aanzet voor institutionele verandering – zelf een antiracistische pedagogiek. Die wordt uitgelegd in onze "Gids voor antiracisme", en is gebaseerd op de volgende thema's:
- Belgische kolonisatie in Congo: de herdenkingsplicht is meer dan ooit nodig;
- Multiculturalisme of de cultuur van diversiteit: de geschiedenis van immigratie in België;
- Sociale cohesie.
Onze methoden zijn gebaseerd op de principes van levenslang onderwijs. Zo is het een uitgangspunt om een gezamenlijke basis van kennis te ontwikkelen uit de bijdragen van elke deelnemer. De werkwijze is gebaseerd op twee stadia van 'deconstructie' om mentaliteit en gedrag te veranderen in de richting van emancipatie en een beter samenleven. Van middelbareschoolklassen tot volwassenen in de openbare dienstverlening en in het bedrijfsleven. Onze organisatie heeft twee hoofddoelstellingen:
- Mensen bewust maken door het deconstrueren van vooroordelen en het discours dat de opdeling van de samenleving in een dominante en gedomineerde groep legitimeert. Het gaat over zowel het belichten als aanklagen van de structurele overheersingsmechanismen die de sociale relaties beheersen en die aan de bron liggen van alle vormen van racisme en discriminatie;
- Mensen mobiliseren, zodat ze kunnen reageren op de discriminatie die ze ondergaan, met het oog op het veranderen van de houding van mensen.
Deze benadering is gebaseerd op een Auto Structuring Critical Analysis-methode. Die bestaat uit vier fasen:
- Een kritische impregnatiefase;
- Een kritische deconstructiefase;
- Een kritische fase van wederopbouw;
- Een kritische zelfevaluatiefase.
Wij denken dat kennis over verschillende culturen kan leiden tot meer wederzijds respect. Respect dat ons ervoor behoedt terug te vallen op genaturaliseerde voorkeuren. Respect dat ons ervoor behoedt ons terug te trekken in in onszelf of in onze eigen identiteit of gemeenschap, dat ons behoedt voor religieus of dogmatisch extremisme, evenals alle vormen van rechts-extremisme. We kunnen allemaal samen een ruimte creëren waar we de de strijd tegen discriminatie en onverdraagzaamheid kunnen winnen.
Het behandelen van de dekolonisatie van gedachten, representaties en kennis in de lerarenopleiding en bijscholingscursussen, zal zorgen voor een betere ondersteuning van de groepen uit verschillende culturen die samen de klaslokalen vormen.
Bovendien zal een opleiding in antiracistische pedagogiek de leraar in staat stellen een identiteit op te bouwen die aansluit bij onze samenleving. Een samenleving waarin steeds meer jonge mensen worden meegesleept in de wervelwind van haatspraak – wat nog wordt verergerd door de groeiende invloed van sociale media. Op de internationale conferentie over openbaar onderwijs in Genève in 1968, was een van de conclusies: “Onderwijs moet ertoe bijdragen dat jongeren zich bewuster worden van de wereld en haar inwoners en moet zorgen voor een respectvolle houding tegenover andere culturen, (…) andere levenswijzen. Hoewel de verschillen in termen van politieke, economische en sociale systemen op een objectieve manier moeten worden gerepresenteerd, moet het onderwijs vasthouden aan gemeenschappelijke waarden, ambities en behoeften".
Daarom is het belangrijk om rekening te houden met deze dimensie van de ander en van haar of zijn relatie met België. Door dit deel van haar of zijn geschiedenis in de lerarenopleiding en bijscholingen te integreren, creëert men een antiracistische pedagogiek – en pedagogiek van emancipatie – voor degenen die kennis aan jongeren overdragen.
Dit artikel verscheen eerder in het Frans op de website van MRAX, en werd vertaald in het kader van een samenwerking tussen MRAX en Kif Kif. Vertaling: Marie Clelia Twagirayesu en Stef Arends.
Over de auteur:
Francine Esther Kouablan is directeur van de Mouvement contre le Racisme, l'Antisémitisme et la Xénophobie (MRAX). Ze is gespecialiseerd in culturele vraagstukken en sociale rechtvaardigheid.