theKeepers - Ya Kid K: "Het was een leuke rit bij Technotronic" (4)

theKEEPERS Collective is een collectief van kunstenaars, activisten en geleerden, geleid door zwarte vrouwen, dat de stemmen van vrouwen en meisjes in de globale hiphopcultuur wil versterken. Femke Hintjens ging op zoek naar de vrouwelijke pioniers in België, met een focus op Vlaanderen en Brussel. In vier delen schetst ze de geschiedenis van de vrouwelijke hiphop scene bij ons. Vandaag het 4e en laatste deel: Ya Kid K: "Het was een leuke rit bij Technotronic" .

Pump Up The Jam, wie kent dit iconische nummer uit de jaren 80 niet? De stem achter de monsterhit van Technotronic is Manuela Kamosi, beter gekend als Ya Kid K. Amper 17 was ze toen, en bijna was haar naam in de vergetelheid geraakt. De platenmaatschappij had immers gekozen voor model Felly Kilingi als gezicht voor Technotronic. Kilingi mocht op de hoes, in de videoclip én lipsyncte het nummer tijdens optredens. We horen het verhaal nu ook uit eerste hand van Ya Kid K. Tegenwoordig woont ze in Nigeria met haar gezin, maar ze maakte graag tijd om te praten over haar beginjaren als een van de eerste vrouwen in hiphop in België.

Wat was jouw eerste kennismaking met hiphop?

Eén van mijn vroegste herinneringen was toen ik nog in Nairobi woonde: ik zag voor het eerst mensen breakdancen in muziekvideo’s. Toen we naar België verhuisden, zag mijn moeder een advertentie in de krant van een Antwerpse dansschool die een breakdancer uit The Bronx had uitgenodigd om les te geven. Ik was toen twaalf jaar. Daar heb ik bboys Gerrit en Nii leren kennen. Ik mocht me aansluiten bij hun crew Antwerp Breakdancers. Ik zong vroeger al maar zij overtuigden mij om te beginnen met rap. Nii en dj Sake maakten beats en ik rapte samen met TLP.  Het enige wat ik toen deed was naar school gaan en mijn skills oefenen.

Hoe was het al eerste vrouw in de Belgische scene?

Ik voelde me goed tussen al die mannen. Ik was ook nog heel jong, dus ik werd beschermd door mijn crew. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik me harder moest bewijzen. Integendeel, ik was goed in rappen maar ik ben nooit echt een goede breakdancer geweest. Je kan jezelf dus afvragen waarom ik mee in de crew mocht. Misschien door mijn energie en backspins (lacht). Of misschien was het omdat ik een meisje was. Misschien verwachtten ze dat ik niet meer moest kunnen dan de basis van breakdance. Het was in die tijd ook cool om een vrouw in de crew te hebben. Later zag ik wel vrouwen die echt heel goed waren in breakdance. Zij konden het makkelijk opnemen tegen de mannen.

Ya Kid K

Is hiphop volgens jou vrouwonvriendelijk?

Het is best traumatiserend wanneer je opgegroeid bent in een warme context en plots wordt geconfronteerd met uitspraken als ‘all bitches are hoes’.

Ik denk dat mannen zelf niet altijd beseffen hoe ze zich gedragen. Maar het is best traumatiserend wanneer je opgegroeid bent in een warme context en plots wordt geconfronteerd met uitspraken als ‘all bitches are hoes’. Net zoals bij elke vorm van verbaal geweld laat dit wel littekens achter.

Ik denk dat hiphop een representatie is voor de omstandigheden waarin de artiesten zelf zijn opgegroeid, en die ze altijd gekend hebben. Toen ik in Chicago woonde was ik soms geschokt als ik zag hoe het eraan toe ging in sommige gezinnen. Moeders gebruikten koosnaampjes voor hun zonen die je eigenlijk als racistisch mag beschouwen. Deze kinderen vonden het normaal, terwijl ik versteld stond van het taalgebruik. Het leerde me appreciëren hoe ik zelf ben opgevoed. Maar helaas is dat de normale leefwereld waarin sommigen moeten opgroeien.

Hoe ben je in Technotronic terecht gekomen?

Via Nii kreeg ik een cassette van Jo Bogaert, de oprichter van Technotronic. De muziek was niet ons ding, maar het was voor ons een kans om een plaat te maken. Op de eerste gedrukte versie van Pump Up The Jam stond nog de vermelding featuring Ya Kid K. Maar toen werd de single opgepikt door platenmaatschappij ARS Entertainment.

Ik was toen 17 jaar, had geen advocaat en was bang om iets te tekenen dat ik niet begreep.

Ik had een vergadering met vertegenwoordigers van ARS. De platenmaatschappij wou dat ik bij hen tekende om Pump Up The Jam te promoten. Ik was toen 17 jaar, had geen advocaat en was bang om iets te tekenen dat ik niet begreep. Ik snapte ook niet in waarom ik moest tekenen om een single te promoten. En trouwens, ik had al getekend bij Clip Records van Jo Bogaert. ARS vertelde me dat ze de single dan zonder mij zouden promoten. Ze mixten het nummer en plots stond er iemand anders op de hoes (model Felly Kilingi, nvdr). Ik had nooit gedacht dat ze effectief iemand anders als front zouden gebruiken, met mijn vocals. Ze hadden me letterlijk gewist.

Hoe ben je hiermee omgegaan?

We gingen naar radiozenders waar ik de track live bracht, om te bewijzen dat ik diegene was achter de vocals. Als reactie zei de platenmaatschappij dat ik zelf niets met het nummer te maken wou hebben. Maar de eerste keer dat ik in het kantoor van platenmaatschappij ARS kwam, vertelden werknemers me dat ik te lelijk was om mee te doen in de clip. Dit hebben ze niet officieel naar mij gecommuniceerd. Ik heb het hierna met Jo Bogaert uitgepraat, en toen namen we vier andere nummers op voor het album van Technotronic.

Mijn moeder hoorde dat ze Felly weer gingen inzetten voor de video van Get Up, de tweede single. Ik nam meteen contact op met Jo. Volgens hem was het een misverstand en hij nam me mee naar Londen waar de opnames zouden plaatsvinden. Felly was er ook. Tijdens een vergadering vertelde ze dat ze haar hadden gezegd dat ik zelf afstand had genomen van het hele album. Hierna probeerde ARS mij nog te overtuigen om een persbericht te tekenen waarin stond dat alle geruchten over de situatie leugens waren. Ik heb dit niet getekend. De volgende dag heb ik mee de opnames gedaan voor de clip van Get Up.

Was dat het begin van het internationale succes van Technotronic?

In Londen ontmoette ik MC Eric, die ook op enkele singles van Technotronic staat. MC Eric had getekend bij Rush Management van Russell Simmons die ook het label Def Jam had opgericht. Trenton Harrison-Lewis was de ceo van Rush Management UK. Eric stelde ons aan elkaar voor en ik had direct vertrouwen in Trenton. Ik heb nooit officieel bij hem getekend, maar we hadden een goede manager-artiest relatie. Van zodra ARS doorhad dat ik contacten had met Rush Management waren ze terug enthousiast over mij. Ze hebben me toen terug proberen te overtuigen om bij hen te tekenen. Maar als zeventienjarige hiphop liefhebber nauwe contacten hebben bij Rush Management was exact waar ik wou zijn. Rush Management heeft veel te maken gehad met het succes van Technotronic, toch zeker in de Verenigde Staten.

Ya Kid K

Hoe was dit succes van Technotronic voor jou?

Het was niet alleen positief, we hebben ook afgezien. Zo werden we soms geboekt op optredens waar enkel hiphop acts stonden omdat we onder Rush Management zaten. We hebben wel eens dat we boe-geroep gekregen. Ik probeerde soms toch met een laatste noot af te sluiten. Zo heb ik eens een optreden in Florida afgesloten met “Well, at least I’m am going home with y’all money.” (lacht)

Maar er waren ook veel mooie momenten die me altijd zullen bij blijven. Zo hadden we in Mexico een optreden. Mensen klommen echt over de muren en poorten om bij het podium te geraken. Tijdens het optreden kwam er iemand mij plots een knuffel geven. Ik had niet direct door wat er gebeurde, maar hij werd door stewards van het podium gesleurd. Pas toen had ik door dat het een fan was.

Ik heb op een bepaald moment gekozen om van een muziekcarrière geen prioriteit te maken. Ik vond mijn persoonlijke groei belangrijker dan me te omringen door mensen die me niet echt kennen.

Wat ben je na Technotronic gaan doen?

Ik heb op een bepaald moment gekozen om van een muziekcarrière geen prioriteit te maken. Daarvoor moest te veel van mijn persoonlijk leven opofferen om hetzelfde succes solo te kunnen behouden. Ik vond mijn persoonlijke groei belangrijker dan me te omringen door mensen die me niet echt kennen. In die tijd zat je niet in de professionele muzieksector om per sé goede muziek te maken. Grote labels zagen je als een product. Veel artiesten moesten vaak inbinden en singles uitbrengen waar ze zich niet altijd in vonden. Maar door de commerciële waarde werden die nummers soms hun grootste hits.

Met Technotronic kregen we zoveel aandacht, maar ik vond niet dat ik het nodige werk had gedaan om dit te verdienen. Ik had slechts aan vijf nummers op dat album meegewerkt. Het voelde niet goed. Je ziet zoveel mensen die hard werken voor hun muziek, maar niet diezelfde aandacht krijgen. De business die achter bekendheid zit is oppervlakkig. Je moet voortdurend perfect zijn, waardoor het fake wordt.

Mijn carrière is niet afgelopen zoals ik het wou, maar het was wel een leuke rit bij Technotronic en Rush Management. Ik heb van niets spijt. Ik heb veel dingen meegemaakt die ik nooit had durven dromen. Zelfs uit de negatieve dingen kunnen we leren. Welke waarde hebben positieve zaken als de negatieve er niet zijn?

Wat doe je nu?

Ik woon sinds 2006 in Nigeria. Ik ben verhuisd voor mijn man. Ik focus me nu vooral op het grootbrengen van onze kinderen. Maar muziek is zoals een medicijn of eten voor de ziel. Ik maak nog zelf muziek die ik op mijn YouTube-kanaal zet. Het is vooral mijn man die intens bezig is met muziek. De music scene is groot hier, je moet niet ver gaan zoeken om goede muziek te vinden. Nigeriaanse muziek vindt ook steeds meer zijn weg op internationaal vlak.

Heb je nog advies voor vrouwen in de hiphop scene?

Hou je waardigheid en hou je hoofd omhoog. En kijk goed rond, want er zullen mensen zijn die je slecht willen doen voelen. Als je gedreven bent om iets te doen, ga er dan ook voor. Je zal tegengewerkt worden, maar sta terug recht, brush your shoulders off en ga weer verder. We zijn veel sterker dan anderen ons willen doen geloven.
 

Meer info over The Keepers: https://www.followthekeepers.com/